De course rating van Sotogrande - een baan waar Nederlanders goed uit de voeten kunnen, gezien de zeges van onder anderen Dewi Weber, Marieke Nivard en Robin Kind - is 75.3 (Slope 142). Dat betekent dat je als scratch golfer een 75 mag noteren. Niet absurd hoog, maar tel daar de hoge rough en de moeilijke pinposities bij op en je zit al gauw op 78 slagen voor een meer dan respectabele score als je een golfer bent met handicap nul.
Even dacht ik dat ik de maandag na het toernooi strokeplay moest spelen op de beroemde par-72 van architect Robert Trent Jones, maar het format van het evenement the day after was een tour-scramble. In een team van vier kies je na de afslag de beste bal en van daaruit speel je de hole uit met je eigen bal. Belangrijk detail: je kan als team geen bogeys maken en je pakt je bal op als je geen (netto)par meer kunt maken. Het is de bedoeling om zoveel mogelijk slagen onder par te spelen. Als je in je team drie netto birdies maakt is de score -3, enzovoort. In pro-ams van de DP World Tour is dit format standaard om rondes van zes uur te voorkomen.
Ergens is het jammer dat het geen strokeplay is. Ik zal niet echt ervaren hoe moeilijk het is en zal dus nooit weten of mijn oorspronkelijke doel om met mijn handicap (4.5) niet meer dan twaalf slagen boven par te spelen realistisch zou zijn geweest. Misschien maar beter ook…
Wat maakt een tourbaan zo moeilijk en in hoeverre is Real Club de Golf Sotogrande anders dan andere tourbanen? We zetten vier punten op een rij:
Om te beginnen spelen de mannen van de backtees, die hier aangeduid zijn met het getal 65 (verwijzend naar het feit dat de baan een lengte heeft van 6.493 meter). Ik speelde met mijn team vanaf de ‘58’ tees, en dat scheelt op bijvoorbeeld de par-3-holes, die zeker niet kort zijn op deze baan, minstens twee clubs. Nog een voorbeeld: de 18de hole van Sotogrande, waar een groot deel van de 9 holes play-off werd gespeeld, is een par-4 van zo’n 430 meter. Simpel gezegd een waanzinnig lange hole waar Jorge Campillo en Julien Guerrier onder druk vrij eenvoudig een reeks parren maakten.
'Soto' was de eerste baan die Robert Trent Jones in Europa ontwierp en de eerste baan met Bermuda gras. De in Engeland geboren Amerikaan vond dat een golfbaan niet alleen mooi moest zijn, maar ook moeilijk en dat brengt ons bij een een andere moeilijkheidsfactor: de pinpositie, oftewel waar staat de vlag? Kort samengevat: de vlaggen staan, zeker op zondag, aan de rand van de green, meestal vlak achter een bunker of bij een waterhindernis. Het zijn doorgaans ‘pins’ die moeilijk te bereiken zijn en vragen om een bepaalde balvlucht (bijvoorbeeld een fade of een draw) om je approach dicht bij de hole te laten eindigen voor een birdiekans. Omdat de rough naast de green zo lastig en onvoorspelbaar is, is dat niet zonder risico. Het was leuk om naar dezelfde pinposities te spelen op maandag, maar mijn hemel, wat is het vermoeiend om 18 holes lang niet even op adem te kunnen komen…
Als we de locals van de golffederatie van Andalusië moeten geloven, waren de greens op Sotogrande met een meting van 12 op de stimpmeter niet eens “heel erg snel”. “Dit is een baan die er altijd uitstekend bij ligt en de greens zijn altijd snel”. Maandagochtend maaien was niet nodig, want als je ziet wat een putt op dit soort greens in de laatste meter nog kan doen, dan worden die korte putts steeds spannender. Op de andere banen hier in de regio zijn de greens ook razendsnel en putte ik meer dan eens de green af.
Greens in Nederland zijn in het seizoen (mei-september) vaak '8 op de stimpmeter' of 'stimp 8' zoals het heet. Greens met een grotere rollengte dan stimp 8 ervaart de recreatiespeler als snel. Stimp 6 wordt ervaren als langzaam. Klik hier als je meer wilt weten over de snelheid van greens.
Natuurlijk is ook de rough hoger tijdens de week van het toernooi. De rough is 70mm hoog en een week voor het toernooi voor het laatst gemaaid. Net als op andere tourbanen zijn er maailijnen waarbij de fairway smaller is in het landingsgebied. Er is een twee meter brede strook van goed bespeelbare semi-rough (34mm hoog) waar je al wat minder spin op je bal krijgt. Ben je nog iets schever, dan kom je in de hoge rough en wordt dat een stuk moeilijker. De bunkers zijn niet heel anders dan normaal, maar wat wel opvalt is dat deze strak geharkt zijn en de hoeveelheid zand en structuur op elke hole hetzelfde is – het kenmerk van een topbaan als Real Club de Golf Sotogrande.
Wat zeggen spelers en caddies over het verschil met een ‘normale’ golfbaan? We vroegen het aan Joost Luiten en Daan Huizing, die als 36ste en 55ste eindigden in het klassement. Daarnaast spraken we ook kort met caddie Martijn van Oosterhout, die de tas draagt van Johannes Veerman.
Daan Huizing “Ik vind dit een heel leuke baan. De scores zijn laag, want de zachte greens hebben veel regen gehad (er viel 70 millimeter op de zaterdag voor het toernooi) aan het begin van de week. De baan is nu eigenlijk op z’n makkelijkst, hoe gek dat ook klinkt. Nog steeds is het leuk, want ze kunnen pins wegsteken en er zitten best veel slopes in deze typisch Spaanse greens. Het grootste verschil met een normale baan zit toch in de condities, het gras. De greens zijn veel beter en de bedoeling is dat je hoge rough hebt, maar dat is ook niet elke week zo. Een tourbaan wordt maanden van tevoren klaargemaakt voor deze week. In Nederland heb je alleen The Dutch die er zo standaard het hele jaar bij ligt, maar voor andere banen is dat zeker niet normaal.” |
Joost Luiten |
Martijn van Oosterhout Klik hier voor meer coursemanagement-tips van caddie Martijn van Oosterhout. |
Onze eigen score in de tour-scramble was -18. ‘Niet slecht’, was ons eindoordeel, maar met een winnende score van -35(!) kwamen we niet eens in de buurt. Het blijft imponerend om een baan als Sotogrande in deze omstandigheden te ervaren. Zoals een teamgenoot treffend zei over de beste ronde van winnaar Guerrier: "Ik snap niet hoe je hier een 62 (-10) kan maken." Natuurlijk is dat een uitzondering, maar elke week in deze omstandigheden vergt veel incasseringsvermogen.
Het controleren van de bal en de spin vanaf verschillende grassoorten, waarbij elke fout op deze snelle greens keihard wordt gestraft, is indrukwekkend om van dichtbij te zien op een slotdag. Een dag later sta je zelf meerdere keren voor paal, en ga je nog beter waarderen hoe goed de spelers op de DP World Tour zijn. En dan te bedenken dat die andere tourbaan in de buurt – Valderrama - nog een stuk moeilijker is. Iets voor een volgende keer misschien…