Het Brits Open, voor het eerst gespeeld in 1860, heeft veel dramatische ontknopingen gekend. Uiterst pijnlijk was in 1970 de gemiste putt van Doug Sanders van een centimeter of 75 voor winst op de Old Course. Jack Nicklaus profiteerde door Sanders in een play-off te verslaan. De arme Sanders werd zijn leven lang achtervolgd door die met trillende handen geslagen putt. Toen Sanders vele jaren later werd gevraagd of hij vaak aan die putt had teruggedacht, antwoordde de Amerikaan: “Eén keer maar, iedere vier of vijf minuten.”
Jean van de Velde zal voor altijd herinnerd worden aan zijn capriolen op hole 18 in het Brits Open van 1999 op Carnoustie. De Fransman stond op de tee met een voorsprong van drie slagen. Een dubbel-bogey 6 volstond om na Arnaud Massy in 1907 de tweede Franse winnaar van The Open te worden. In plaats van veilig te spelen, sloeg Van de Velde driver. Dat liep met meer geluk dan wijsheid nog net goed af. Weer had Van de Velde de mogelijkheid op zeker te gaan, maar hij koos voor een lange slag naar de green. Via de tribune ketste zijn bal heel ongelukkig in de rough. Vanuit de rough sloeg hij in het water van de Barry Burn.
Daarna voltrok zich een klucht met de Fransman in een weinig benijdenswaardige hoofdrol. Met opgestroopte broekspijpen stapte hij de Burn in met het idee zijn bal vanuit het water naar de green te spelen. “He’s gone ga-ga”, sprak BBC-commentator Peter Alliss. Uiteindelijk koos Van de Velde toch voor een drop. Door een putt van een meter of twee voor een triple-bogey 7 te holen, kwam hij nog wel in een play-off, maar daarin dolf de Fransman alsnog het onderspit tegen de Schot Paul Lawrie die de laatste ronde met tien slagen achterstand was begonnen. De naam van Lawrie werd op de Claret Jug gegraveerd, maar The Open van 1999 zal vooral herinnerd worden als het toernooi van die Franse golfer die in het zicht van de haven compleet ga-ga was geworden.
Carnoustie, dit jaar voor de achtste keer gastheer van The Open, wordt alom beschouwd als de moeilijkste van alle Open-banen. De baan is lang met smalle fairways en, zoals vaak op linksbanen, zijn veel bunkers genadeloos. In 1999 speelde Carnoustie met kniehoge rough zo moeilijk dat de baan werd omgedoopt tot Carnasty. De winnende score was +6.
De grote vraag is hoe de baan zich gaat houden deze week. Door de droogte van de laatste weken zijn de fairways kurkdroog en blijven de ballen rollen. Brandt Snedeker, niet bepaald een longhitter, sloeg tijdens een oefenrondje op hole 18 een drive van 390 meter. De voorspelling is dat de wind zich redelijk koest gaat houden. Carnoustie op z’n makkelijkst dus? Dat valt te bezien. De bal mag dan tientallen meters rollen, op de harde fairways stuit een iets scheef geslagen bal ook heel snel in de rough of in een van de gevreesde potbunkers. Slim spelen, controle over de balvlucht, dat is dus wat vooral van de spelers gevraagd zal worden in het achtste Open Championship op Carnoustie.
Droge fairways, veel rol, weinig wind, wat de omstandigheden ook zijn, de laatste vier holes van Carnoustie blijven levensgevaarlijk. Padraig Harrington, in 2007 winnaar van het laatste Open op Carnoustie, zegt het zo: “Carnoustie heeft veertien moeilijke holes en vier extreem moeilijke holes tot slot.”
Hole 17 heet Island omdat de meanderende Bary Burn al eilandhoppend ontweken moet worden. Diezelfde Barry Burn doorsnijdt de fairway van hole 18 en duikt net voor de green nog een laatste keer op. In 2007 speelde de par-4 slothole gemiddeld 4,611. In dat jaar stond Padraig Harrington op de tee van hole 18 aan kop met een slag voorsprong op Sergio Garcia. De Ier sloeg twee ballen in de Burn en maakte een dubbel bogey. Omdat Garcia een putt van een meter of drie voor par en de winst uit de hole zag lippen, kreeg Harrington een herkansing en hij versloeg de Spanjaard in de play-off. Wat de geschiedenis leert, is dat een voorsprong op Carnoustie door die laatste extreem moeilijke holes nooit veilig is en dat we verzekerd zijn van drama.
De laatste vier holes van Carnoustie zijn berucht, maar de bekendste hole is waarschijnlijk de 6de. De 530 meter lange par-5 luistert naar de naam Hogan’s Alley. Het landingsgebied tussen out-of-bounds links en ongenadige bunkers rechts is maar 23 meter breed. De meeste spelers gingen in The Open van 1953 daarom veilig rechts van de bunkers, Ben Hogan niet. In alle vier de ronden sloeg de Amerikaan driver en vier keer keurig op de fairway.
Hogan, die eerder dat jaar de Masters en het US Open had gewonnen, won The Open met vier slagen voorsprong. Het was de laatste van negen majoroverwinningen van de legendarische golfer. Het Brits Open speelde Hogan alleen die ene keer in 1953. Hij hield niet van vliegen en fysiek was hij er slecht aan toe na een ernstig auto-ongeluk in 1949 dat hij wonderwel had overleefd. Toen Hogan negen jaar oud was, pleegde zijn vader na een ruzie met zijn vrouw thuis zelfmoord door een kogel in zijn borst te schieten. Zo goed als zeker was Ben de enige getuige maar hij heeft nooit over het voorval willen praten. Sowieso was Hogan een man van heel weinig woorden, contact met andere golfers maakte hij nauwelijks en aan interviews had hij een hekel. Maar Hogan was op de baan wel altijd uiterst correct en bovenal een fantastische golfer. De Schotten liepen in 1953 met hem weg en gaven de immer stoïcijns ogende Hogan de liefkozende bijnaam The Wee Ice Man.
Na twee jaar afwezigheid vanwege rugblessures is Tiger Woods terug in het Brits Open. Woods won de oudste van de vier majors drie keer, in 2000, 2005 en 2006. Die laatste overwinning was op Royal Liverpool (Hoylake). Net als dit jaar was het in de aanloop naar dat Open warm en droog. De harde fairways van Hoylake kleurden geel en de bal bleef maar rollen. Woods gebruikte in 72 holes maar één keer de driver. Met veelal lage ijzers van de tee, zijn befaamde stinger, speelde Tiger zich met briljant course management naar de overwinning.
Kan deze week op Carnoustie hetzelfde gebeuren? In een oefenronde op hole 4 sloeg Woods een ijzer-7 die 197 meter ver ging. Normaal slaat de veertienvoudig majorwinnaar 165 meter met een ijzer-7. “De fairways zijn sneller dan de greens”, aldus Woods die ongetwijfeld een game plan à la Hoylake 2006 heeft uitgestippeld. Woods is sinds zijn laatste comeback sterk met de ijzers, hij staat op de PGA Tour derde in de categorie "strokes gained approach". Als de putter weer eens wil meewerken, is hij zeker kansrijk.
Woods is inmiddels 42 jaar en, daar kan hij zich aan vasthouden, de oudjes doen het doorgaans goed in The Open. Golf Digest berekende dat golfers van veertig jaar en ouder vier keer meer kans hebben op een zege in The Open dan in de andere drie majors, onder andere omdat lengte op een linksbaan doorgaans minder belangrijk is. Vorig jaar won de 24-jarige Jordan Spieth na dat onvergetelijke duel met Matt Kuchar. Maar veel recente winnaars van The Open waren voor een golfer aardig op leeftijd: Henrik Stenson (40), Phil Mickelson (43), Ernie Els (42) en Darren Clarke (43). In dat rijtje zou Tiger Woods (42) toch zeker niet misstaan.
Veel rol op de uitgedroogde baan van Carnoustie deze week. #BritsOpen #TheOpen
— GOLF.NL ⛳️ (@Golfnl) 18 juli 2018
Via Alex Noren en @EuropeanTour.pic.twitter.com/BNYGAyRibJ