De baan op
Ervaringsverhaal
Heel wat linkshandigen breken zich het hoofd over wat hun voorkeursarm is. Eindredacteur Roy Heethaar (38) - stijf links in het dagelijks leven, maar op de golfbaan pardoes rechts - is een van hen. Gevoed door sterk toenemende twijfels, en goedbedoelde adviezen van deskundigen, zoekt hij voor eens en altijd uit of hij niet stiekem tóch een lefty is.
Er zijn twee mogelijke uitkomsten van dit empirisch onderzoek, realiseer ik me terwijl ik Golfcentrum Noordwijk betreed, waar PGA Golfprofessional Tom van Haaren in een spoedsessie het verlossende antwoord boven water gaat toveren. Althans, dat is zijn stellige overtuiging. Optie 1: ik ben volkomen terecht rechtshandig gestart met golfen, maar ontbeer ogenschijnlijk elke vorm van talent. Of optie 2: ik heb mezelf laten ringeloren bij mijn allereerste kennismaking met de sport, ik ben tóch links en er is dus nog hoop!
Je kunt je afvragen waarom het zo ingewikkeld moet zijn, en ik zelf niet eerder met linkshandige clubs de baan ben ingegaan om dit vraagstuk op te helderen. Maar zo eenvoudig is het niet. Dat blijkt onder meer uit de conclusies van de golfende neuroloog Erik van Wensen op de vraag waarom er zo weinig linkshandige golfers zijn. Hoe dat precies zit, lees je hier.
Ik heb zelf ook wat eigenaardige afwijkingen met rechts en links
Hoe dan ook moet op deze zonnige septemberdag aan alle onzekerheid een eind worden gemaakt. En ik voel toch wel enige spanning als golfpro Tom me welkom heet op de drempel van het knusse clubhuis in Noordwijk. Voor mijn gevoel wordt hier mijn toekomst als golfer bepaald - of in de knop gebroken. Tom wil me graag helpen, vertelt hij. Ook vanuit zijn persoonlijke interesse: “Ik heb een achtergrond in de biomechanica en een fascinatie voor motorisch leren. Bovendien heb ik zelf ook wat eigenaardige afwijkingen met rechts en links.” Ah, een zielsverwant. Dat schept meteen een band, al is Tom wél een vastberaden rechtshandige golfer.
Voordat we aftrappen, legt Tom uit hoe hij mijn lot als golfer - samen met mij - denkt te kunnen gaan bepalen. “Dat ga ik doen met een aantal testjes”, zegt hij. Nou, daar gaan we dan, het proefkonijn staat in de startblokken. De eerste test bestaat uit oriëntatie (oogdominantie), mikken en oplijnen. “Aan welke kant van de bal kun je het beste mikken en heb je de beste controle over richting en afstand?”, verduidelijkt Tom.
Ik sla zowel met rechts als links wat ballen met de putter - en doe dat in beide gevallen niet onverdienstelijk, ziet ook de doorgewinterde golfpro. Nuttige oefeningen, zeer zeker, maar hier valt geen wijs uit te worden: beide kanten gaan me even goed af (of slecht).
Het ware antwoord schuilt op de drivingrange - op de tee. Op naar test 2: “Hoe zit het met de bewegingsvolgorde en de mogelijkheid om snelheid te maken?” Tom laat me achtereenvolgens vijf horizontale honkbalswings maken met rechts en dan met links. Daarna moet ik aan beide kanten de tee raken met mijn swing. “Waar maak je de meeste snelheid en voelt het qua aansturen het makkelijkst? Daar draait het om”, zegt Tom, terwijl hij mijn pogingen secuur vastlegt op camera.
Het derde en laatste aspect dat meeweegt, is bewegingsachtergrond, aldus Tom. “Mijn zoon is ook met veel dingen links”, zegt hij, “maar als keeper bij voetbal deed hij uit zichzelf de slingerworp met rechts, dus aan zijn powerkant.” Met een schamper lachje breng ik in dat ik eigenlijk álles met links doe. Behalve stofzuigen en vegen, dan houd ik mijn rechterhand onder. En laat dat voor mij nou nét de aanleiding zijn geweest om in den beginne rechtshandig te gaan golfen.
Het blijkt voor mij een gevalletje: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Test 2 geeft de doorslag. De grip voelt weliswaar nog wat onwennig - linkerhand onder, dat is nieuw voor mij - maar het is een verademing als ik na de juiste instructies van Tom mijn eerste volledige swings als ‘proef-lefty’ afwerk. En na wat mishits sla ik een bal zowaar strak en recht ruim 110 meter ver met een ijzer-7. Ik voel me welhaast bevrijd en moet terugdenken aan de metafoor die instructeur Tonny afgelopen juli gebruikte bij de ANWB Weekendcursus op Bussloo: “Beeld je in dat je een steen gooit die over het water moet stuiteren.”
Als rechtshandige golfer raakte ik zowel fysiek als mentaal in de knoop door deze beeldspraak, maar nu vóél ik het. Mijn onderlichaam werkt warempel mee, terwijl ik als rechtshandige golfer het idee had dat mijn benen waren vastgezet in een bankschroef. “We zijn er wel uit hè?”, constateer ik en kijk Tom aan. Hij knikt en lacht: "We hebben er een lefty bij!" “En dat putten dan?”, vraag ik nog. “Daarbij draait het puur om jouw gevoel”, zegt Tom: “Ik ken zat andere linkshandige spelers die rechtshandig putten. Geen probleem.”
Kan ik daar weer een ei over gaan leggen...
