Doel
Je leert meer controle te krijgen op je putts binnen de 3 meter. Hier maak je het verschil. Niet op de lange putts, tenzij je vaak 3-putts maakt.
Uitvoering
Een basisdrill die je moet doen, zijn de putts op 3, 4 en 5 voet afstand. Je speelt met 3 ballen een serie van 3-, 4-, 5-voet-putts. Deze oefening speel je alsof je in de baan bent en herhaal je één keer, met een laatste 7de putt op 4 voet afstand. Lukt het je om 6 van de 7 putts te maken? Dan heb je het niveau van een tourspeler. De 4 voet afstand is voor jou als topamateur de meest bepalende afstand. Analyseer je oefening; ontdek waar je zwakte ligt. Waarop moet je extra trainen? Train dat vervolgens gevarieerd en moeilijk (zie oefening 6). Daarna herhaal je de oefening weer. Scoor je beter?
Variatie
Voer deze oefening uit met een break van links naar rechts en visa versa. Ontdek op deze manier wat jouw tendens is bij het missen van de hole. Zit je structureel aan de lage of hoge kant? Een tourspeler mist 50/50.