'Waar moet ik staan als een ander slaat?'

Theo: "Op een heerlijk zonnige golfochtend ontstond een stevige discussie over etiquette op de afslagplaats en de green. Een medespeler wees ons erop dat je op de afslagplaats 4 meter naar rechts en 1 meter naar achter behoort te staan ten opzichte van de speler die afslaat. En dat je op de green ook een afstand van zo’n 4 meter behoort vrij te houden ten opzichte van degene die gaat putten. Naar links, rechts of naar achter gemeten. Volgens mij zegt de etiquette dat je niet in rechte lijn ten opzichte van de te verwachten puttrichting mag staan, geen schaduw mag veroorzaken die hinderlijk is en je verder stil bent en staat en natuurlijk op een veilige plek staat. Iets over afstanden kan ik niet in regelboekjes vinden. In principe mogen medespelers toch zelf bepalen waar ze staan mits je niet hindert en de veiligheid in acht neemt?"

De golfregels en etiquette geven geen exacte plaats aan waar iemand moet staan. Het belangrijkste is dat je op een veilige plaats staat en andere spelers niet hindert. Met name dat laatste kan per speler verschillen, maar een algemeen uitgangspunt is dat je niet in het verlengde van de speellijn voor of achter de speler gaat staan. Hoe ver van de speler en hoe ver van de speellijn je moet staan om de speler niet te hinderen, kan per speler en situatie verschillen. Twee tips:

• ondervind je hinder van een medespeler, vraag dan voordat je slaat vriendelijk of hij/zij op een andere plaats wil staan;
• als een medespeler slaat, ga dan altijd zo staan dat je de bal goed kunt volgen. (Bij een rechtshandige speler kun je dan het beste rechtsachter de speler staan.) Dan zie je goed waar de bal naartoe gaat en is het gemakkelijker on die te vinden als de bal niet rechtdoor gaat. Door mee te kijken met de ander, verloopt het spel vlot.

Ram: "Wij speelden competitie en mijn tegenstander speelde zijn bal ver buiten de fairway. Een onbekende gooide de bal terug op de fairway. Mijn tegenstander speelde de bal vervolgens vanaf de fairway gewoon verder. Hij gaf daarbij als commentaar: 'De bal spelen zoals hij ligt.' Had hij gelijk?

Nee. Als bekend is dat de bal is bewogen door een invloed van buitenaf, moet de speler de bal terugplaatsen op de oorspronkelijke plek. Die plek moet bij benadering worden vastgesteld als die niet bekend is (regel 9.6). In deze situatie is duidelijk dat de bal door iemand (een invloed van buitenaf) is bewogen en nu op een veel gunstiger plaats ligt. Door het niet terugplaatsen van de bal maar deze vanaf de nieuwe plaats op de fairway te spelen, verliest je tegenstander de hole voor het spelen van een verkeerde plaats (regel 14.7). (Stel dat je strokeplay had gespeeld, dan had de speler twee strafslagen gekregen.)

Antonie: "Onlangs heb ik onderstaande situatie meegemaakt. Voor mij is een rode hindernis, een klein stukje fairway met een boom en daarachter de green. Ik sla de bal en die gaat net over de rode hindernis, maar de bal ketst daarna tegen de boom en komt terug en eindigt in de rode hindernis. Waar moet ik droppen? Aan de overkant van het water waar de bal het laatst de rode hindernis heeft gekruist. Of moet ik droppen aan mijn kant van de hindernis?

Bij een rode hindernis zijn er drie ontwijkopties beschikbaar die zijn beschreven in regel 17.1d:

1. Opnieuw spelen van de plek waar de vorige slag is gedaan.
2. Recht naar achteren ontwijken (op rechte lijn die loopt vanaf de hole over het referentiepunt).
3. Zijwaarts ontwijken (binnen twee clublengten van het referentiepunt).

Bij de laatste twee opties is het referentiepunt voor de ontwijkprocedure het punt waar de bal het laatst de grens van de hindernis heeft gekruist. In dit geval zal bij de optie om recht naar achteren de hindernis te ontwijken de bal voor de hindernis gedropt moeten worden (aan jouw kant van de hindernis). De rechte lijn loopt vanaf de hole over het punt waar de bal aan de overzijde de grens van de hindernis heeft gekruist, over de hindernis en zover naar achteren als je wilt (binnen de baan).

Bij het zijwaarts ontwijken moet de bal gedropt worden binnen twee clublengten van het referentiepunt aan de overzijde van de hindernis. Omdat je niet dichterbij de hole mag droppen, is in deze situaties de dropzone doorgaans erg klein: buiten de hindernis maar niet dichterbij de hole. Het kan voorkomen dat er geen punt binnen 2 clublengten en niet dichterbij de hole beschikbaar is. In dat geval vervalt de optie om zijwaarts te ontwijken en moet je één van de andere opties gebruiken om de hindernis te ontwijken.

Uiteraard mag je ook de bal in de hindernis spelen als je jouw bal ziet en als je slaan mogelijk acht.

Gerard: "Onze golfclub heeft een golfbaan die gesplitst is in tweeën door een openbare weg. Een van de holes ligt op circa 25 meter van de weg. De weg wordt netjes afgeschermd door een ballennet van circa 15 meter hoogte en 45 meter lengte parallel aan de weg. De vraag is gerezen of zo'n net tot op de grond mag hangen of dat de onderste 2 meter vrij moeten blijven. Weten jullie het antwoord op deze vraag?"

Deze vraag heeft betrekking op de veiligheid van derden (gebruikers van de openbare weg) tegen overvliegende ballen. Deze kwestie wordt niet in de golfregels geregeld, maar heeft te maken met de zorgplicht van de golfclub/de eigenaar van de golfbaan ten opzichte van derden. De golfclub/eigenaar van de golfbaan kan hierover contact opnemen met de NGF, die kan helpen bij het vinden van de beste oplossing.

In deze aflevering zijn de vragen beantwoord door Walter Haandrikman (voorzitter van de Regel- en Handicapcommissie van de NGF) en Robert Hage (NGF Regels en Handicap). Er komen veel regelvragen binnen. Vragen die nu niet beantwoord zijn, behandelen we in een van de volgende afleveringen van deze rubriek. 

Lees ook de vorige aflevering: 'Na een slag breekt de bal in stukken, wat nu?'