Jeugd en golf op de Haagsche
Vlnr: Coks Bosman, Pascale Roovers-Blom, Pamela Rijks, Nicole van der Deen en Hidde Fontein
Beeld: Koen Suyk

Is golf boeiend voor jeugd?

21 april 2018 Redactie GOLF.NL
Golf is een fantastische sport. Vinden de golfers zelf. Veel oudere golfers vooral. Maar is het boeiend genoeg voor de jeugd? Het aantal jongeren dat zich tot golf voelt aangetrokken, loopt terug. Moeten we ons zorgen maken en zo ja, doen clubs genoeg om die zorg weg te nemen?

GOLF.NL nodigde twee golfers van de nieuwe generatie (Nicole en Hidde) uit voor een ontmoeting met drie bestuurders van de Koninklijke Haagsche Golf & Country Club (Coks, Pascale en Pamela), de oudste golfvereniging van Nederland die deze maand 125 jaar jong is en door buitenstaanders vaak gezien wordt als bolwerk van tradities en het oude golf. We discussiëren over de tegenstellingen, overeenkomsten en gaan op zoek naar oplossingen.

Stelling 1: Golfbanen stralen niet uit dat dit een plek is voor de jeugd. In clubhuizen is het vaak minder sfeervol, stil, anders dan bijvoorbeeld bij hockeyclubs. Je hoort er geen muziek en jeugd kan er niet ongeremd plezier beleven.

Hidde: “Het is vaak leger dan bij voetbal of hockey, maar niet minder gezellig. Misschien iets minder sfeervol omdat er minder jeugd is. Maar bij ons op Sluispolder heb ik niet het gevoel dat wij ons moeten inhouden. Hier bij de Haagsche is het allemaal wat statiger, maar dat vind ik ook wel weer mooi. Op onze club is er een bepaalde hoek voor de jeugd, daar liggen zitzakken en er staat limonade op tafel.”

Coks: “Wij hebben hier in het verleden ook aparte plekken voor jeugd gehad. Meerdere op de club. Als er behoefte aan is, ontstaat zoiets vanzelf. Om dat kunstmatig op te tuigen, vind ik lastig.”

Pascale: “We hebben het daar op de Haagsche uitgebreid over gehad. Wel of niet, heeft ook te maken met de ligging van de club. Je kunt hier heel anoniem rondlopen en veel gebeurt redelijk uit het zicht van het clubhuis. Als je voor kinderen ook nog eens aparte plekken creëert, heb je bijna helemaal geen contact met elkaar. Wij zijn een familieclub. Ouders en kinderen vinden het ook leuk om hier bij elkaar te zijn. Soms hebben we veel kinderen over de vloer, op zondag bijvoorbeeld. Die zijn vrij om te bewegen. Voelen geen barrières. Door ze af te zonderen kan het ook verkeerd gaan.”

Coks: “Lazy Sunday is een familiebijeenkomst hier, het stuitert en voetbalt door elkaar heen. Iedereen vindt zijn weg.”

Pascale: “Kinderen vinden het leuk om te rennen, om verstoppertje spelen. De oudere generatie is daar nu wel aan gewend, al zullen er best nog een paar dames zijn die daar iets van vinden. Maar voor de jeugd gelden ook bepaalde gedragsregels. Dit wel en dit niet en je zegt goedendag als je iemand tegenkomt. Je mag best in een spijkerbroek, maar niet één met gaten. Dat wordt bij de introductie allemaal besproken.”

Nicole: “Ik voel me bij veel clubs toch wat geremd. Misschien heeft dat te maken met Twente. In de Randstad heb je waarschijnlijk meer jeugd bij een golfclub, in het oosten kom ik toch nog wel regelmatig dat elitaire tegen. Waar de ouderen het bepalen. De eerste keer dat ik met vrienden een introductiedag bezocht, kreeg ik echt het gevoel dat je stil moest zijn. Mensen die niet weten dat dat allemaal wel meevalt, snappen het vaak niet en vragen zich al snel af of dit hen wel aanspreekt.

Stelling 2: Golf is een (te) dure sport. Dat schrikt ook te veel mensen af en ouders sturen hun kinderen om die redenen niet naar een golfclub.

Coks: “Duur betekent in mijn ogen dat je ergens te veel voor betaalt. Met een lidmaatschap bij een golfclub kun je elke dag spelen. Als je het zo bekijkt en het vergelijkt met voetbal of hockey en je ziet hoe effectief je bezig bent, dan is golf niet duur. Het is veel geld. Ja, er zijn clubs waar je van tevoren geld moet inleggen. Ook hier. Maar dat is niet extreem. Het is nodig om bepaalde dingen in stand te houden.”

Nicole: “Ik werk fulltime en kan dus niet elke dag spelen. Ik laat er veel voor om het te kunnen betalen. Ik vind het wel een dure sport.”

Pascale: “Als ik kijk naar wat wij betalen voor dochters die hockeyen. Elk jaar een nieuwe stick, je betaalt nog eens tweehonderd euro per kind voor het zaalseizoen. Elk jaar nieuwe tenues. Dan nog het gezellige eten met elkaar. Elke sport betekent stiekem veel geld.”

Pamela: “Het jeugdlidmaatschap verschilt gelukkig behoorlijk van het seniorenlidmaatschap. Maar als kinderen op een gegeven moment 18 jaar worden of 21, dan schrikken ze zich rot van de prijsverhoging en haakt er wel een aantal af.”

Hidde: “Die hockeysticks zijn prijzig, vrienden van mij leggen er al gauw een paar honderd euro voor neer. En die gaat één seizoen mee. Ik koop niet elk seizoen een nieuwe golfset of nieuwe clubs.”

GOLF.NL: “Zouden clubs kinderen van ouders die lid zijn, gratis moeten laten golfen?”

Coks: “Als je hen voor niks laat spelen, dan maak je het ze ook makkelijk om weg te blijven. Je hebt een bepaald commitment nodig en ook daar is de contributie voor.”

Stelling 3: Golf is een moeilijke sport die je niet één-twee-drie leert. Dat helpt niet mee om jeugd over de streep te trekken.

Pascale: “Golf is lastig aan te leren. Ik herinner me een baan in Middelburg, waar je met je kind gewoon vanaf de 150 meter paaltjes kon afslaan. Dat was hartstikke leuk. Zo’n grote baan is gewoon intimiderend. Wij proberen dat hier met de baantrainingen ook wel weg te nemen voor kinderen, maar het blijft een grote baan.”

Nicole: “Je moet heel inventief met spelvormen zijn om het voor de jeugd boeiend te houden. Maar het blijft lastig: de kinderen op onze club zijn kinderen van leden. De meesten haken rond twaalf jaar toch af en willen dan alleen nog maar voetballen of hockeyen.”

Hidde: “Ik denk dat het ook erg afhankelijk is van hoe er met de jeugd wordt omgegaan. Op Sluispolder is het aantal jeugdleden de laatste jaren met tien, vijftien procent gestegen. En dat heeft veel te maken met de manier van lesgeven van een pro. Wij hebben er één die leuke spelvormen bedenkt als boter, kaas en eieren met putten, over een net heen chippen en nog veel meer dingen die het verrassend en speelser maken.”

Nicole: “Golf is vaak niet de eerste sport voor kinderen. Het is misschien ook moeilijk concurreren met teamsporten, maar je kunt het zo organiseren dat het een teamsport benadert. En daar spelen pro’s een grote rol in.”

Pamela: “Ons beleid bij de Haagsche is dat we alleen maar groepslessen aanbieden. Bij de jongste jeugd doe je als team mee aan wedstrijden en behaal je als team een resultaat. In teamverband is het nu eenmaal leuker.”

Conclusie: GOLF.NL: “Kortom, is het reëel om te denken dat we veel meer jeugd aan het golfen krijgen?”

Pamela: “Daar is ons beleid wel op gericht.”

Coks: “Ik maak me geen grote zorgen. Ik heb veel vertrouwen in de intrinsieke aantrekkingskracht van de sport en dat het cijfer omhoog zal gaan. Het gaat met curves. Dat zie je ook in de VS. We moeten niet in paniek raken en de goede dingen blijven doen.”

Pamela: “Golf is een sport voor je hele leven. Je moet je blijven inzetten voor de jeugd en ervoor zorgen dat áls ze als kind afhaken, ze in elk geval op een latere leeftijd in de sport terugkeren.”


Dit is een verkorte versie van het artikel over Jeugd en golf op de Haagsche dat in GOLF.NL 2-2018 is verschenen. Klik hier om de pdf van het complete artikel te bekijken.

}