Ken jezelf als golfer!

Nergens leer je mensen zo snel en zo goed kennen als op de golfbaan. Je karakter verraadt zichzelf onmiddellijk als je een drive in de bossen slaat, een putt van een meter mist of een hole-in-one maakt. En als het gaat regenen of als je moet wachten op een vierbal. 

De ene golfer is introvert en ingetogen, de ander uitbundig. De een heeft weinig talent maar is een doorzetter, de ander is getalenteerd maar ontbeert mentale kracht. Daarnaast verschillen golfers in speltype en dat hangt vaak weer samen met hun karakter. De een speelt agressief, valt elke vlag aan. De ander kiest voor veilig course management. De een is niet geboeid in scores en anderen willen alleen maar winnen. 

Tot slot verschillen golfers in hun opvattingen over de sport (het spel). De politieke verdeling van mensen zie je terug in golf, denk maar aan onderwerpen als de dresscode op golfbanen of vernieuwingen zoals Beat the Pro in het KLM Open. De meningen zijn verdeeld! Je hebt conservatieve golfers, progressieven, liberalen en van alles ertussenin.

Ter lering en vermaak

Dit artikel is ter vermaak maar ook ter lering. Verderop staan beschrijvingen van golferstypes. Onbewust weet je wat voor type je bent, maar als je er beter bij stilstaat, het bewust maakt, dan draagt dat bij aan je zelfkennis. En zelfkennis geeft wijsheid en rust, voorkomt dat je voortdurend in je eigen valkuilen stapt. Dat is nuttig in de wereld maar ook op de golfbaan. Als golfers zijn we natuurlijk vooral in dat laatste geïnteresseerd, beter golf is betere scores!

Variatie is leuk

Een gevarieerde golfbaan is leuk en zo is het ook leuk dat er verschillende golfers zijn. Dat maakt de sport nog interessanter. Kijk wat er allemaal rondloopt op Nederlandse golfbanen, het is een bonte variëteit alsof je op een terras in de stad zit. Spelers van alle milieus, rijk en arm, laag en hoog opgeleid, jong en oud (toegegeven, vooral oud). Golf een elitaire sport? Op Nederlandse golfbanen hoor je zowel “Feur!” als “Foor”: de bekakte uitspraak van fore én fore in het algemeen Nederlands al dan niet met een Gronings tot Limburgs accent. 

Het leukst – als je houdt van mensen observeren, en wie doet dat niet? – is het verschil tussen het stereotype van de “oude golfer” en de “nieuwe golfer”. In de beeldvorming is de oude golfer conservatief; hij (zij) is lid van een oude club, verkleedt zich in kleedkamers en frist zich op voor het eten op “de golf”. De oude golfer houdt vast aan de tradities van de sport. Nieuwe golfers zijn in de zwart-wit opvatting voornamelijk vrije golfers die hun golfschoenen op de parkeerplaats aantrekken en ongedoucht vertrekken. De twee groepen hebben ook nog eens hun eigen golftaal, waarover meer in de test hierna. 

Het is uiteraard een simplistische weergave van twee groepen golfers, maar er is mede door de snelle groei van de golfsport in Nederland wel een cultuurkloof. En bij beide groepen leven flinke (voor)oordelen. Extremisten onder de oude golfers bezigen uitspraken als “We willen niks te maken hebben met die nieuwe golfers, ze zijn de verloedering van de sport.” Van nieuwe golfers hoor je uitspraken als “We worden buitengesloten door de oude golfers, ze willen de touwtjes in handen houden.”

Irritaties

Botsingen van culturen, karakters en types heb je overal. We zouden er vooral om moeten kunnen lachen, een golfersoorlog is onwaarschijnlijk. Maar we moeten de golfbanen wel met elkaar delen. De wrijvingen betreffen vrijwel altijd de etiquette. Er ontstaat ergernis als medegolfers in je buurt veel lawaai maken terwijl jij net een bal wil slaan. Of als een bal naast je neerploft zonder dat er fore geroepen is. Of als iemand staat te treuzelen en de green niet vrijmaakt. 

Typisch gedrag voor één groep? Natuurlijk niet, het zijn zowel nieuwe als oude golfers die zich hieraan schuldig maken. We leerden ooit van een golfer wat het belangrijkste in golf is: laat de baan zo achter als je hem aantrof en zorg ervoor dat iedereen een leuke dag kan hebben. We willen niet moraliseren maar we willen wel weer eens het nut van etiquette benadrukken: het zal nooit tot irritaties of botsingen komen als iedereen een beetje tempo houdt, bij gevaar fore roept, pitchmarks repareert, divots aanstampt en bunkers aanharkt.

De pro-code

En voor een serieuze ronde is het handig om te leren van de set ongeschreven regeltjes die Tourpro's hanteren: de “pro-code”. Zij moeten hun geld verdienen met golf dus hebben baat bij ongestoord golf. Hier zijn enkele voorbeelden.

• Praat alleen over koetjes en kalfjes, over sport bijvoorbeeld, niet over politiek.
• Begin niet over het huwelijk of werk van een ander (dan verkrampen medespelers ogenblikkelijk!), bewaar dat voor na de ronde.
• Zeg alleen bij uitmuntende slagen “Goede bal”, want iedere speler heeft zijn eigen opvatting van wat goed is.
• Zeg niet steeds “Jammer” als iemand een putt mist of een bal out of bounds slaat, hou gewoon je mond.
• Scheld en vloek niet, gooi niet met clubs, want met negatief gedrag sleur je anderen mee. Zorg voor een positieve sfeer in de flight, dan gaat iedereen beter spelen.
• Zeg niet tegen een medespeler dat hij na zeven holes al 18 stablefordpunten heeft, want dan maak je de golfer bewust van zijn goede spel en is hij meteen uit the zone.

Dat soort dingen. Probeer te voorkomen dat je een ander ergert, geef elkaar de kans om de nodige rust en focus te vinden. Het spel is al moeilijk genoeg.

Codes, testen, types… De moraal van dit verhaal: ken jezelf en wees jezelf, maar hou ook rekening met anderen. Je gaat dan nog meer genieten van een rondje golf – en alle andere spelers in de baan ook.

Wie van deze 34 types ben jij (of een combinatie ervan?)

Er zijn heel veel golftypes, grappige, lachwekkende, aardige maar ook irritante. Herken jij jezelf?

De Gelegenheidsgolfer

Ze spelen zelden, eigenlijk alleen met vakantie. Maar misschien in de toekomst vaker, dat nemen ze zich elk jaar voor. Ze zorgen er wel voor dat ze hun pasje houden want ze willen niet opnieuw het handicap 54-examen doen.

De Serieuze Golfer

Ze nemen golf heel serieus. Ze zijn opgegroeid met de sport of je hebben zich er op latere leeftijd helemaal op gestort. Ze zijn competitief maar genieten ook van een vriendschappelijk rondje met vrienden en een drankje na afloop. Golfers die de sport niet waarderen zoals zij snappen het niet!

De Clown

Golf is voor deze speler vooral lol (maken), hoe ze spelen maakt ze niet zo veel uit. Op de golfbaan dragen ze opvallende kleding aan en ze maken flink wat lawaai, niemand kan hen missen in de baan en zeker niet na afloop op het terras of aan de bar. (Iets minder aanwezig zijn mag best!)

De Onopvallend Goede Golfer

Ze zijn goed. En goede golfers spelen saai golf, ze scoren zonder dat het opvalt. Geen megadrives, niks spectaculairs, maar de ene par na de andere. Twee putts hier, een chip en een putt daar. (Saai is een compliment: het spel van de speler is saai, niet noodzakelijkerwijs de persoonlijkheid.)

De Excuuszoeker

“Ik heb net les gehad.” “Ik heb gister iets te veel gedronken.” “Ik heb een jetlag.” “Ik kan niet slapen met die hitte.” “Ik moet mijn grips vernieuwen.” “Dit is precies een afstand tussen clubs in.” Ze hebben altijd een excuus. (Hou op met excuses maken! Het is niet interessant, je spel is net zo goed of slecht als anders!)

De Zakelijke Golfer

Een variant van de gelegenheidsgolfer. Ze doen wel eens mee aan een bedrijfsgolfevenement of een benefietwedstrijd maar spelen zo weinig dat hun spel belabberd is. De regels zijn ze vergeten en kennis van de etiquette is vaak ook belabberd. (Neem les en ga vaker spelen!)

De Veelgolfer

Elke club heeft er een paar, leden die er bijna elke dag zijn, meestal gepensioneerd. Ze spelen goed en snel en weten alles van golf, de club en de baan. Een rondje, een kopje koffie of een glaasje wijn en de volgende dag hetzelfde recept.

De Steady Eddy

Ze slaan bijna altijd rechtdoor maar het zijn meestal “short knockers” en ze winnen zelden de longest drive. Ze spelen vaak hun handicap of in de buffer. Ze worden zelf nooit boos maar maken hun medespelers wel boos, omdat ze nooit eens een echte misser slaan.

De Handicap 24 Golfer

Deze speler had ooit handicap 24, speelt het al lang niet meer maar zorgt er voor dat hij deze speelsterkte houdt. Dat is handig want met handicap 24 mag je op bijna alle banen in de wereld spelen.

De Stille Willie

Zegt niet veel in een ronde want moet zich hard concentreren om goede ballen te slaan. De Stille Willies zijn niet ongezellig in een flight maar komen pas op de 19de hole los.

De Grapjas

Ze houden geen seconde hun mond en proberen de hele tijd iets grappigs te zeggen. Het is niet goed voor hun eigen spel maar zo zitten ze nou eenmaal in elkaar, ze willen mensen graag behagen. (Een tandje minder mag wel!) 

De Spectaculaire Golfer

Ze slaan spectaculaire ballen maar zijn erg wisselvallig, hun score varieert tussen de 75 en 115 slagen. Ze slaan ver en meestal wild maar af en toe ook de perfecte bal. Ze gaan vaak voor de vlag, ook als het niet verstandig is. Op de ene dag lukt alles, op de andere dag moet iedereen hun bal helpen zoeken.

De Sociale Golfer

Het gaat deze golfer om de gesprekken, vriendschappen, interactie en wandeling. Ze kunnen net zo goed hun stokken en ballen thuislaten. (Fijn om in de flight te hebben maar ze praten wel veel!)

De Neppro

Ze gedragen zich als een pro. Ze komen aan met een Tourbag, met Toursticks en blades erin, en ze maken bij elke slag drie oefenswings. Het uiterlijk vertoon en gedrag is misplaatst want de blades zijn te moeilijk voor deze spelers en ze hebben niet handicap 0 maar 24.

De Banensnob

Kan het zich veroorloven om op de mooiste banen van de wereld te spelen en heeft daar een hobby van gemaakt. Waar jij hebt gespeeld, daar is de Banensnob ook geweest, maar ook in de buurt daarvan op een nog mooiere baan die jij niet kent. (Jaloersmakend en licht irritant!)

De Boze Golfer

Het is nooit goed, hij heeft altijd pech. Er is altijd iemand anders of iets anders schuldig (het weer, gaten in de greens), het ligt nooit aan deze speler zelf. Ze voelen zich onrechtvaardig behandeld en klagen voortdurend. Of ze imploderen en zijn niet te genieten, of ze exploderen en slaan in het gras of maken spullen kapot. Er liggen ook heel wat clubs van deze spelers in diverse waterhindernissen.

De Chagrijn

Bij slecht spel worden ze chagrijnig. Ze gaan mokken, er kan geen lach meer vanaf en de sfeer wordt negatief. Hun dag is op hole 4 al verpest en met hun chagrijn verpesten ze bewust of onbewust ook jouw dag. (Irritant en not done!)

De  Lasergolfer

Ook al sta je zelf naast de distance marker die 100 meter midden green aangeeft, en ook al staat de vlag midden op de green, de Lasergolfer meet alles en geeft je altijd ongevraagd de lengte: “99 meter”. “Naar het clubhuis?” “Nee, naar de pin.” (Goed bedoeld maar niet ongevraagd doen.)

De Rangekoning

Op de range – zonder water en bunkers – zijn ze bijna pro. In de baan zie je weinig terug van dat hoge niveau. (Minder lang op de range staan en langer op de oefengreens.)

De Ballenzoeker

Ze zijn meer bezig met ballen zoeken in de bossen en langs de slootkanten dan met hun eigen spel. In hun tas die uitpuilt van de ballen zit meestal een hengel. Drie Pro V1's vinden is een goede ronde en een mooie dag! (Zoek lekker verder maar zorg ervoor dat je het spel niet ophoudt.)

De Telefoongolfer

Op elke hole hebben ze hun smart phone in de hand. Ze kunnen putten met de telefoon tussen hun oor en schouder “Deze moet ik even opnemen”, zeggen ze. Een appje hier, een fotootje daar, even het weerbericht lezen, de voetbaluitslagen bekijken ... (Jullie zorgen voor een hoop onrust: niet doen!)

De Selfkicker

Ze praten over elke slag van zichzelf. “Ik raakte 'm een beetje dun.” ”Ik mikte midden green maar hij draaide iets te veel naar rechts.” “Deze kwam echt perfect van het blad af.” Ze zijn alleen maar met hun eigen spel bezig en nemen zichzelf te serieus. (Tenzij je Tiger Woods bent is het niet interessant wat je van je slag vindt of wat je van plan was. En geef eens een compliment aan een ander.)

De Lawaaigolfer

Ze zijn luidruchtig op de parkeerplaats, in de baan, in het clubhuis en op het terras. Ze praten met harde stem en kijken niet om zich heen of andere spelers er last van hebben. Ze juichen bij een par alsof ze een hole-in-one hebben gemaakt. (Dat mag best, als anderen er maar geen last van hebben.) 

De Haviksoog

Ze zien elke bal en kunnen elke bal vinden. (Heel fijn om in de flight te hebben!)

De Vroegtijdige Loftuiter

Ze zeggen altijd net iets te vroeg “Goede bal”. Het is goed bedoeld maar de bal is nog in de lucht en draait langzaam naar het water. Plons. (Pijnlijk! Wacht even af of een complimenten gepast is!)

De Televisiegolfer

Ze gaan op hun buik liggen om een lijn te lezen, het duurt allemaal heel lang en vervolgens missen ze de putt. Die ene keer dat ze wel een putt maken, houden ze hun hand omhoog zoals een pro dat doet, maar er is geen publiek. Ze checken hun swingposities terwijl er op de tee gewacht moet worden en slaan daarna weer in het bos. Kortom, ze kijken te veel golf op televisie. (Doe wat je wil maar hou het tempo er in!)

De Teaching Pro

Ze zijn geen golfleraar maar gedragen zich wel zo. Ze geven anderen voortdurend ongevraagd advies: “Je moet je arm strekken”, “Je moet je hoofd stilhouden.” Ze verliezen zelf vijf ballen in een ronde omdat ze hun linkerarm te veel strekken en hun hoofd te lang stilhouden. 

De Longest Drive Golfer

Ze zijn longhitter en de dag is geslaagd als ze de longest drive winnen. Het is een topdag als ze op elke hole voorbij hun medespelers slaan en ergens een eagle noteren. De hoge score door getopte chips en een aantal 3-putts is bijzaak.

De Hoffelijke Golfer

Ze zijn meer bezig met andere spelers dan met zichelf. Ze helpen met regelsituaties en vertellen de afstand naar een green. Als ze zelf een bal moeten slaan zijn ze gehaast en gaat het mis. Het dienstbare gaat ten koste van hun eigen spel. 

De Overfanatieke Golfer

Ze zijn fanatiek en competitief en gaan soms net iets te ver. Ze droppen bijvoorbeeld net iets dichter bij de hole dan is toegestaan. (Niet doen. Loop ook niet steeds meteen naar je eigen bal, help de ander ook even met zoeken.)

De Gadgetfreak

Hebben elke ronde een nieuw gadget bij zich. “Kijk eens wat ik nu heb? Online besteld en vandaag aangekomen.” Hulpmiddelen (training aids), daar zijn ze ook dol op.

De Aanvallende Golfer

Het zit niet in hun karakter om niet voor de vlag te gaan. Een waterhindernis moet overmeesterd worden. Ze zijn aanvallender dan verstandig is. Menig ronde eindigt in een teleurstelling, maar als ze hun dag hebben spelen ze een topronde.

De Veilige Golfer

Ze zullen nooit maar dan ook nooit meer risico nemen dan nodig is. Ze leggen op en laveren langs water en bunkers. Het maakt ze niet uit dat ze een lafaard worden genoemd: zij maken een bogey en jij misschien een par maar misschien ook een dubbele bogey. 

De Ongeduldige golfer

Ze worden stapelgek van slow play. Het is een reden om aan sommige wedstrijden niet meer mee te doen en ze hebben al een paar keer overwogen om helemaal te stoppen. Ze spelen goed als het spel snel gaat. Als ze achter een langzame flight zitten, of met langzame golfers spelen, dan gaan ze zich haasten en wordt het helemaal niets.

Test: Ben je oude of nieuwe golfer?

1. Je bent man en je ziet een aantrekkelijke golfende vrouw in een korte rok en een mouwloos hemdje. Wat doe je?

A Je gaat flirten!

B Je vertelt haar beleefd dat ze de dresscode overtreedt en oppert dat ze haar regenbroek aandoet en een trui aantrekt.

C Je stuurt haar van de baan omdat ze de dresscode overtreedt.

A Je bent een nieuwe golfer.

B Je bent een oude golfer.

C Je bent een erg oude oude golfer.

2. Hoe spreek je golf uit? 

A Als “ɡɒlf”, op zijn Engels.

B Golf met een Hollandse harde g.

C Als “golluf”.

A: Typisch oude golfer!

B en C: Je bent een nieuwe golfer (golluffer).

3. Wat zeg jij?

A “Ik heb vandaag een birdie en een hole-in-one geslagen!”

B “Ik heb vandaag een birdie en een hole-in-one gemaakt!”

C Ik zeg niets.

A Je bent een nieuwe golfer.

B Je bent een oude golfer.

C Je bent een zuinige oude of nieuwe golfer. 

4. Hoe draag je je polo?

A Over mijn broek.

B In mijn broek.

C Polo?

A en C Typisch een nieuwe golfer.

B Je bent een oude golfer.

5. Wat zeg jij?

A “Ik ga vanmiddag lopen.”

B “Ik ga een q kaart lopen.”

C “Ik ga een qualifying ronde spelen.”

D “Ik ga naar de golf.”

A en B: Je bent een nieuw golfer.

C en D: Je bent een oude golfer.

6. Wat zeg jij?

A “Ik ga vanmiddag golf spelen.”

B “Ik ga vanmiddag golfen.”

A: Je bent een oude golfer!

B Je bent een nieuwe of een vrij jonge oude golfer.

7. Wat heb je aan als het echt koud is?

A Een warme jas die tot onder mijn middel komt.

B Verschillende lagen over elkaar heen, een Gore-Tex jack en een regenbroek.

A Je bent een beginnende nieuwe golfer, daarin kun je geen swing maken.

B Je bent een serieuze oude of nieuwe golfer.

8. Je hebt een birdieputt van 10 meter gemaakt en …

A Je gaat uit je dak.

B Je blijft stoïcijns en bewaakt de vlag voor de anderen.

A Je bent in de meeste gevallen een nieuwe golfer.

B Je bent in de meeste gevallen een oude golfer. 

9. Eén speler in je flight is voortdurend met zijn smart phone bezig. Hij appt niet alleen, hij belt ook. Wat is je reactie? 

A Dat ben ik zelf!

B Ik vraag de speler om de telefoon weg en uit te doen, tenzij hij/zij arts is.

C Dat moet toch kunnen?

A en C: Je bent een jonge nieuwe golfer.

B: Je bent een oude oude golfer.

10. Wat draag je op de golfbaan? 

A Opvallende outfits zoals John Daly.

B Een versleten broek en polo.

C Kleding van golfmerken.

D Een nette broek/rok en trui/polo.

E Een casual outfit.

A Je bent vrijwel altijd een nieuwe golfer!

B Je bent een oude golfer.

C, D, E komt bij oude en nieuwe golfers voor. 

11. Een medespeler zegt na een par en een birdie: “Ik ben na twee holes één onder de baan.” Wat zeg jij?

A “Goed man!”

B “Je kunt niet onder de baan lopen, je bent één onder par.”

A De nieuwe golfer.

B De oude golfer.

12. Ik speel meestal …

A Geen onderling wedstrijdje.

B Om geld of om het eerste drankje. 

A Je bent een beginnende nieuwe golfer.

B Je bent in de meeste gevallen een oude golfer.

13. Je repareert je pitchmarks bijna nooit. Wat ben je?

A Een oude golfer.

B Een nieuwe golfer.

A en B: dit is een strikvraag om te kijken of je bevooroordeeld bent; onze ervaring is dat er onder beide groepen heel veel golfers zijn die hun pitchmark niet repareren...