Professor dr Bernard R. Leinauer tot Buitengewoon Hoogleraar Turfgrass Ecology
Professor dr Bernard R. Leinauer, Buitengewoon Hoogleraar Turfgrass Ecology

Vijf vragen aan ... een hoogleraar voor duurzaam golf

16 maart 2017 Redactie GOLF.NL
Nederland heeft sinds kort een hoogleraar voor duurzaam golf. Wie is het en wat doet hij?

Duurzaamheid wordt in golf een steeds groter goed. Onder aanvoering van de NGF is dat op meer en meer banen merkbaar. Niet voor niets is Nederland bijvoorbeeld koploper als het gaat om de zogenaamde GEO-certificering.

Met de benoeming van van professor dr Bernard R. Leinauer tot Buitengewoon Hoogleraar Turfgrass Ecology aan de Wageningen Universiteit is een belangrijke stap gezet in de verdere ontwikkeling duurzaam beheer en aanleg van golfbanen. Maar wie is deze geboren Duitser die al jaren in de VS op golfbanen onderzoek verricht?

U bent al sinds 2000 aan de Universiteit van New Mexico verbonden. Maar zijn de omstandigheden daar wel met ons land vergelijkbaar?

‘Je zou misschien zeggen van niet. De staat New Mexico heeft een klimaat met koude winters en warme zomers. Maar de invloed van de woestijn zorgt ervoor dat de nachten in de zomer koud kunnen zijn. Je komt er mede daardoor op golfbanen zogenaamde cool season grassoorten tegen die je ook in Nederland aantreft.’

Wat is uw grootste uitdaging in Nederland?

‘Het is duidelijk dat er mede door de Green Deal een sterke reductie van het gebruik van zogenaamde gewasbeschermingsmiddelen nodig is. Het is mooi dat ik met een team van uitstekende onderzoekers en mensen uit de praktijk ga werken om strategieën te ontwikkelen die er op zijn gericht dat de kwaliteit van het speeloppervlak voor hoge kwaliteit is, zonder het gebruik van pesticiden. In de eerste plaats wil ik daarom met de greenkeepers en anderen die banen onderhouden samenwerken om die andere manieren, die andere tools te vinden die we kunnen gebruiken.’

En het tweede aspect?

‘Daarnaast is het zo dat golfers een bepaalde verwachting hebben van de baan waar ze op spelen. Golfbanen hebben echter de functie om op gespeeld te worden. Ze zijn er niet in de eerste plaats om het landschap mooier te maken. Door beter onderhoud en ook een betere aanleg kun je in ieder geval veel problemen voorkomen.’

Is ons land een frontrunner als het om duurzaam onderhoud gaat?

‘Nederland is op de goede weg. Maar dat is ook in de Scandinavische landen het geval. Ik wil op de Wageningen Universiteit bijdragen aan een nog beter beleid als het om onderhoud gaat. Dat deze universiteit mij deze kans geeft, waardeer ik zeer. Wageningen behoort tot de wereldtop. Mede daarom heb ik ja gezegd.’

En hoe gaat u uw werk vormgeven?

‘Door onderzoek, door studenten te begeleiden en - zoals ik al eerder zei - door met de mensen in het veld samen te werken. Daar verheug ik mij op.’

Achtergrondinformatie

Met medewerking van Professor Dr. Ir. Paul Struik, hoofd leerstoelgroep Centre for Crop Systems Analysis, en Professor Dr. Coen Ritsema, hoofd leerstoelgroep Soil Physics and Land Management, is enige jaren geleden een leeropdracht voor een leerstoel Turfgrass of Ecology opgesteld. Daarin staat nadrukkelijk de relatie-bodem-water-plant  centraal waardoor de structurele samenwerking tussen beide leerstoelgroepen is gewaarborgd. En dat is uniek. 

In het hele proces was en is een belangrijke rol weggelegd voor de Dutch Turfgrass Research Foundation. Deze stichting - waarin de Koninklijke Nederlandse Golf Federatie, de Nederlandse Vereniging van Golfaccommodaties en de Nederlandse Greenkeepers Associatie zijn vertegenwoordigd - heeft tot doel de buitengewone leerstoel te financieren, deze mede te positioneren en te faciliteren. Voor het initiëren en definiëren van onderzoeksprojecten is een Turfgrass Research Advisory Board ingesteld, waarin Wageningen UR, deskundigen uit de praktijk, het bedrijfsleven alsmede de Scandinavian Turfgrass Environment and Research Foundation (STERF) en het gerenommeerde Sports Turf Research Institute (STRI) uit de UK zijn vertegenwoordigd.
 
‘Wetenschap is de onmisbare schakel voor wat we nog niet kunnen verklaren maar wel willen begrijpen. Met de komst van leerstoel is hierin een enorme stap gezet. Het zal duidelijk zijn dat wij bijzonder verheugd zijn met de komst van professor dr Leinauer’, zegt Pieter Aalders, voorzitter van de Dutch Turfgrass Research Foundation

Ander nieuws: de Green Deal Sportvelden

Op de Dag van de Sportaccommodaties, 9 maart, is de officiële aftrap gehouden van het Innovatienetwerk Green Deal Sportvelden. Het Innovatienetwerk richt zich op het stimuleren en afstemmen van innovatie en op het ontwikkelen van best practices. Daarmee moeten gewasbeschermingsmiddelen bij het beheer van sportgras op een verantwoorde manier worden uitgefaseerd. 

In een persbericht meldt de NGF dat de partijen die betrokken zijn bij de Green Deal Sportvelden het eens zijn over een aanpak: bij het beheer van sportgras is alleen ruimte voor erkende best practices en best tools. Het laatste begrip heeft betrekking op concrete instrumenten zoals middelen, apparaten en softwaremodellen.

Het Innovatienetwerk biedt iedereen die een bijdrage wil leveren aan het slagen van de Green Deal een platform om mee te doen. 

Voor beheerders is het van belang dat zij weten welke practices en tools passen bij de uitfasering van gewasbeschermingsmiddelen. Binnenkort kunnen zij die vinden op de website van het Innovatienetwerk.

Door op een gestructureerde manier te overleggen, ontwikkelen deelnemers gezamenlijk de best practices. Daarnaast stellen zij de behoefte aan innovatie vast en initiëren zij nieuwe ontwikkelingen.

Helder is dat bij een verantwoord beleid geen ruimte is voor zogenaamde quick fixes, schijnoplossingen en symptoombestrijding.

Ben Moonen, directeur van BSNC (Branchevereniging Sport en Cultuurtechniek), onderstreept het belang van het gezamenlijk op zoek gaan naar subsidies voor bijbehorende projecten.

Iedereen die de doelen van de Green Deal onderschrijft, kan deelnemer worden. Dat geeft onder andere de vrijheid om producten voor te leggen voor erkenning als best tool: de enige mogelijkheid om via de website beheerders te bereiken.

Lukas Florijn van het Ministerie van I&M benadrukt het belang om mee te doen, want de politieke druk blijft onverminderd hoog. Het Innovatienetwerk is met andere woorden een uiterst belangrijk middel om de doelen van de Green Deal te realiseren. 

Meer informatie: Geert Cuperus, geert.cuperus@gemax-environment.com.

}