Vijf vragen aan ... politicus Rudmer Heerema

Is en blijft sport niet een ondergeschoven kindje in Den Haag?

‘Het is één van de kleinste begrotingen in Den Haag en dat doet geen recht aan het belang van sport. Daarom is het mijn inzet om de komende jaren tot een sportakkoord te komen om de sport een stevigere positie te geven. Dat betekent dat er meer middelen moeten komen anders blijven we in de marge opereren. Ik merk in ieder geval dat sportbonden het ontzettend fijn vinden dat ze eindelijk weer een echte sportliefhebber als aanspreekpunt hebben.’

Hoeveel collega-VVD’ ers in de Tweede Kamer golfen?

‘Dat valt helaas tegen. Het is een tak van sport die best veel tijd in beslag neemt. De meeste van mijn collega's zijn hardlopers; je hebt alleen een paar schoenen en wat hardloopkleding nodig en dan kan je overal even een rondje rennen. Ik golf zelf sinds mijn tijd op de Academie Lichamelijke Opvoeding. Helaas minder vaak dan ik zou willen, maar zodra ik meer tijd heb, ga ik ook weer naar de baan.’

Heeft u wel eens een golftoernooi bezocht?

‘Jazeker! Mijn laatste toernooi was het KLM Open, waar ik de eerste dag met Joost Luiten ben meegelopen. Ik blijf dat fascinerend vinden en het onderdeel waar ik ook een tijd ben blijven hangen was Beat the Pro. Ik vind het mooi om te zien dat een organisatie nieuwe onderdelen uitprobeert om een evenement aantrekkelijker te maken. Ik pleit er overigens in mijn sportakkoord voor om veel economischer met evenementen om te gaan en te kijken hoe deze kunnen bijdragen aan een sportievere samenleving, sterkere verenigingen en sportbonden. Maar vooral om Nederland op de kaart zetten omdat wij gewoon ontzettend goed zijn in organiseren.’

Wat hebben de golfers aan een stem op u?

‘Er komt een aanpassing van de natuurschoonwet aan, die erg nadelig is voor golfbanen. Subsidiemogelijkheden voor natuuronderhoud worden minder of verdwijnen, waardoor de sport veel duurder wordt. Met deze aanpassing komt een flink aantal golfbanen in problemen door de aangescherpte eisen van hogere bezetting bos en minimale oppervlakte eisen. Ik ben als Kamerlid aan het werk om deze wijziging tegen te houden en te zorgen dat golfbanen niet in de problemen komen. Dat is een hels karwei, want het merendeel van de kamer heeft een heel verwrongen beeld van de golfsport die zij nog als uitermate elitair beschouwen. Als ik niet terug kom in de Kamer, is de voorvechter voor behoud van sportfaciliteiten ook weg. Daarnaast ben ik een aanspreekpunt voor de sport, die jarenlang niemand in de Kamer heeft gehad die zich elke dag hard maakt voor sport en sport als hoofdportefeuille beschouwt. Ik doe dat wel en ben er dagelijks mee bezig.

Zouden we u kunnen overhalen om de Nationale Golf Partij op te richten?

‘Nee, daar geloof ik niet in. Het is veel verstandiger om in een grote fractie te zitten en die te overtuigen van het belang van sport. Als ik nu namelijk iets over sport zeg, dan zeg ik dat namens 40 collega's en daarmee bereik ik veel meer.’