De laatste keer dat er iemand serieus naar mijn putten heeft gekeken is jaren geleden. In de tijd dat ik nog competitie speelde is mijn putten geanalyseerd met SAM Putt Lab, maar daar herinner ik mij weinig meer van. Voor de podcast ben ik meer dan tweeënhalf jaar geleden kort bekeken door Rob Mouwen, maar een echte putterfitting heb ik nooit gehad.
Ik ben geen aanhanger van de drogreden dat putten het belangrijkste onderdeel in golf is "omdat het 40 procent van je spel is". Dit is aangetoond klinkklare onzin (want ook die tap-ins van een paar centimeter tellen als een putt, en dat vertekent het beeld), maar dat neemt niet weg dat putten nog steeds heel belangrijk is. Het is altijd goed om te kijken naar verbetering en een expert als Raymond Scheffer komt daarbij goed van pas.
Ik ben een goed slachtoffer, want als het op mijn putten aankomt is het adagium ‘ik doe maar wat’. Ik ben inmiddels al zo lang bezig om voor mijn ‘oude vriend’ Gerard een fade te leren slaan, dat het putten er een beetje bij ingeschoten is.
“Een nieuwe putter kan een onderdeel zijn van het verbeteren van je resultaten op de green, maar wat ik hier doe kan je eigenlijk het beste zien als een uitgebreide puttles”, zegt Raymond wanneer hij uitlegt wat hij doet bij Putting Control. En dat klopt, want als we anderhalf uur later de deur uitlopen is het inzicht in mijn putten enorm gestegen en heb ik een aantal nuttige verbeterpunten gekregen.
Als je ruimte geeft aan gevoel en intuïtie kan je optimaal presteren
Raymond is voormalig topsquasher en heeft veel ervaring in de sportwereld. Hij haalde zijn diploma als PGA Professional (AAA-status) en legde zich daarna toe op het putten. Inmiddels is hij al dertig jaar actief en analyseerde hij in de laatste tien jaar al meer dan 7.000 golfers.
Na een korte introductie legt hij uit wat we gaan doen. Een belangrijk onderdeel van zijn methode is dat hij gedurende het proces ook vraagt naar mijn mentaliteit en karakter. Of ik geduldig ben (“Nee”) of een perfectionist ben (“Soms, om zelfafwijzing te voorkomen”). Het is informatie waarmee hij ontrafelt wat voor putter hij voor zich heeft. Ik gebruik geen streepje op de bal bij het oplijnen en maak ook geen oefenstroke. Putten op gevoel past bij mij en sluit (gelukkig) ook aan bij de filosofie van Raymond.
Mijn spanwijdte wordt opgemeten (193 cm bij een lichaamslengte van 189 cm). Ook vraagt hij waar ik mis (“Meestal links”) en hoeveel 3-putts ik per ronde maak. “Dat zijn er denk ik 3”, zeg ik. “Nou, als je die wat vaker kan vermijden ga je al richting scratch”, aldus de hoopvolle boodschap van de PGA Professional.
We doen een vijftal tests en beginnen bij de ogen. Raymond legt uit dat het gaat om zintuigen en dan met name hoe je kijkt. Wat is je dominante oog? Een belangrijke vraag, want het zegt veel over hoe je het beste achter de bal kan staan. Mijn dominante rechteroog moet ik twee centimeter achter de bal positioneren. Zo kan ik beter over de doellijn naar de hole kijken, en vanuit die positie ben ik beter en vaker in staat om goed op te lijnen. “Iedereen is uniek en observeert anders. Iedereen heeft dus ook zijn eigen set-up”, zegt Raymond hierover.
Met een spiegeltje en een laser zien we dat ik de putter een graad te veel naar links oplijn. Maar omdat mijn balpositie (mede dankzij een te brede stand) te veel naar rechts is in mijn stand, raak ik de bal te ‘vroeg’ met een open clubblad en mis ik, volgens de analyse met Trackman, de ballen rechts. De grootste verbeterpunten zitten dus in de setup. Ik krijg een set-up aangeleerd zodat ik beter achter de bal kom te staan.
Word ik op deze manier niet te bewust van mijn tekortkomingen?
Vervolgens gaan we naar de SAM PuttLab - een apparaat dat de putter en de rol analyseert - en stellen we vast dat ik de bal te veel aai. Met een pendulebeweging ga ik misschien vloeiend door de bal, maar mijn bal komt veel te laat in een mooie rol en ‘skidt’ te veel. ("Een rollende bal kunnen we controleren, een stuiterende niet"). Door de putter vloeiend af te laten remmen, dus met een meer tikkende beweging, maak ik beter contact en gaat de bal sneller rollen, iets wat belangrijk is voor consistente putts.
SAM PuttLab laat ook zien dat ik me onbewust aanpas en mijn putterhoofd bij impact afwisselend open en gesloten staat. Het oplijnen voordat ik putt is erg consistent, maar wel een graad te veel naar links.
Ik was niet sceptisch in aanloop naar mijn bezoek aan Putting Control, maar wel een klein beetje bang dat ik langs een rigide lat gelegd zou worden en in een keurslijf gepropt zou worden. Een beetje als het openen van de doos van Pandora. Word ik op deze manier niet te bewust van mijn tekortkomingen? Nee, want de belangrijkste les van Raymond is dat gevoel, instinct en intuïtie het beste z’n werk kunnen doen als de basis in orde is. En wat die basis is, is voor iedereen anders. Er is dus ruimte voor een eigen techniek - en niet één juiste techniek.
En dan als laatste stap kijkt Raymond naar mijn putter, een klassieke PING Anser 2 die ik jaren geleden heb geconfisqueerd van m’n vader. De lengte, loft en lie zijn allemaal in orde. Er is dus weinig mis met het materiaal. Mijn putter weegt 512 gram en dat is licht. Meer dan 600 gram is zwaar. Een lichte putter is vooral goed op snelle greens, bijvoorbeeld die van Sotogrande, maar ik speel de meeste rondes op Nederlandse greens met stimp 9. Daar past een zwaardere putter veel beter bij, bijvoorbeeld een PING PLD Anser 2D of Scotty Cameron Squareback. Dus putters met een blade vorm, maar die door het bredere formaat iets zwaarder zijn.
Daarnaast heb ik door mijn oogpositie een oplijnstreep nodig die verder naar achteren begint (dus niet op de blade zelf). Ook heb ik best veel toe hang in m’n huidige putter, terwijl ik minder arc (een boog) heb in mijn stroke. Met andere woorden: ik heb baat bij een putter met iets minder toe hang. Dat is waardevolle informatie, maar Raymond vertelt mij dat ik op dit moment meer baat heb bij het verbeteren van mijn techniek dan een nieuwe putter.
Welke tips en aandachtspunten kreeg ik?
Direct na afloop krijg ik via e-mail een tweetal rapporten met daarin de uitslag van alle metingen en ook de oefeningen. “Je moet dit 6.000 keer oefenen”, zegt Raymond aan het einde van de sessie. Als iemand mij zoekt, dan weet je waar ik de komende tijd te vinden ben… Prijs & informatie € 77,50 per 45 minuten (op afspraak ingepland in sessies van 45, 90 of 180 min.) PuttingControl is ‘Preferred fitter’ voor: Odyssey, Scotty Cameron, LAB, SIK, LP Putters, Victo Golf, Mizuno en EvnRoll |