Hij moet even goed nadenken, maar het zal 2018 zijn geweest dat Meeuwsen een officiële handicapregistratie kreeg. Daarvoor had hij al weleens een bal geslagen, tijdens een trainingskamp in Florida bijvoorbeeld. Net als een handvol andere beachvolleyballers van Beach TeamNL. “Inmiddels zijn het er heel wat die een setje hebben aangeschaft en nu af en toe op de golfbaan staan.”
Bij hem is het allesbehalve ‘af en toe’. Minimaal één keer per week en als het kan vaker. Inmiddels is zijn handicap ‘gedaald’ naar 6.6 en scratch is toch wel een streven.
Nu hij zijn bestaan als beachvolleyballer vaarwel heeft gezegd en net aan een baan als business analist in IT-consultancy is begonnen, is het de komende maanden even puzzelen. “Maar ik ga dit jaar voor het eerst competitie spelen, dus dat is al een mooie stok achter de deur.”
De Japanse gebruiken op de golfbaan bevallen me wel
De afgelopen jaren liet hij bewust zijn clubs thuis wanneer hij en zijn beachvolleybalmaatje Alexander Brouwer naar een trainingsstage op Tenerife vertrokken. “Dat was iets te veel van het goede. Maar op een vrije dag daar een setje huren en gaan golfen deed ik wel. Met gehuurde clubs die natuurlijk veel te kort waren voor mij”, lacht de 2,07 meter lange Meeuwsen, die in 2013 met Brouwer wereldkampioen werd en brons veroverde op de Spelen van Rio in 2016.
Na zijn emotionele afscheid bij het EK in Scheveningen, vertrok Meeuwsen niet veel later met zijn vriendin Juliëtte voor tien weken op ‘wereldreis’.
Bezoeken aan Japan, Nieuw-Zeeland en de Fiji-eilanden stonden op het programma.
Meeuwsen besloot zijn golfclubs mee te nemen. Daar was zelfs geen ‘pittig’ gesprek met zijn vriendin voor nodig. “We mochten vier koffers meenemen en hadden er nog eentje over. We hebben snel ook voor Juliëtte nog een paar ijzers en een putter gekocht, dus de vierde koffer werd een volle golftas.”
In Japan hadden ze ‘twee dagen over’, daar dienden de eerste kansen zich aan. Vooral voor Robert. “Juliëtte vond het leuk om af en toe mee te spelen of om ballen te slaan op de drivingrange, maar ze voelde zichzelf nog niet comfortabel genoeg om alle banen te spelen.”
Die schroom is er bij Meeuwsen wel af. “Het was een bijzondere ervaring. Het was een openbare baan, maar ik geloof niet dat ze die week nog een andere toerist verwachtten. Maar de mensen waren supervriendelijk. Ik speelde op een prachtige baan in de bossen, met uitzicht op Mount Fuji. Onwerkelijk bijna. In Japan is het gebruikelijk dat je na negen holes stopt voor een uitgebreide lunch en daarna pas de andere negen speelt. Dat concept bevalt me wel.”
Ook maakte hij en Juliëtte kennis met de vooruitgang op het gebied van technologie. “Je gaat daar met een buggy de baan in. Ze zijn allemaal 4-persoons en dus ook met ruimte voor vier tassen. Maar die buggy rijdt alleen zelfstandig op de vaste paden. Je krijgt een afstandsbediening met een start- en stopknop mee, meer niet. En als je op 50 meter van de green de bal naar de vlag hebt gechipt, kun je zelf rustig naar de green lopen en de buggy er naartoe laten rijden.”
De verliezer moest de drankjes betalen
Ook in hartje Tokio hadden de twee een onvergetelijke golfervaring. “Daar heb je complete warenhuizen van acht verdiepingen met alleen maar golfspullen. Callaway deelde een vloer met TaylorMade, maar Titleist had een eigen etage. En hartstikke goedkoop. Ik kocht daar ProV1-ballen tegen een prijs die gelijk is aan de inkoopprijs voor de proshop bij mijn club in Zoetermeer, vertelde mijn pro me later.”
Van Japan ging de reis naar Nieuw-Zeeland, een walhalla voor golfers. “Na Schotland het land met de meeste golfbanen per inwoner", had Meeuwsen zich goed ingelezen. "Juliëtte kreeg daar ook de smaak te pakken, dus zetten ze we soms op het spelen van een hole een prijs: de verliezer moest de drankjes betalen, haha.” De golfbanen variëren er volgens Meeuwsen van ‘goed onderhouden weilanden’ tot superstrakke banen. “Maar stuk voor stuk heel erg toegankelijk, dus dat was voor mijn vriendin ook heel relaxed.”
Een hoogtepunt was toch wel een rondje op Jack’s Point. “Daar had Juliëtte snel gezien dat ze liever in de buggy bleef zitten. Voor mij was het ook een heel lastige baan, maar wel weer een prachtige ervaring.”
Uiteindelijk vinkte Meeuwsen in zes weken Nieuw-Zeeland 18 golfbanen af. In Queenstown werd hij herkend door de baliemedewerkster. “Ze wist toen ik gemaild had voor een reservering al wie ik was en bij aankomst stond ze ons met open armen op te wachten, gaf ze een hele rondleiding en vertelde alles over de baan en de pinposities.”
Op Fiji was het strand adembenemend, de golfbaan een andere ervaring dan in de twee voorgaande landen. “We hebben er net als in Japan op één baan gespeeld. Die lag in een villawijk ingebed en er vloog om de haverklap een taxi-helikopter over de baan. Ook een aparte beleving, maar anders.”
Terug in Nederland pakt hij met alle liefde de draad weer op. “Het competitieteam waarin ik ga spelen, bestaat uit vrienden. Ik probeer ze allemaal te stimuleren door een vaste trainingsavond voor te stellen. We moeten aan de bak.” Dat fanatisme is nog een mooie erfenis van zijn topsportcarrière.