Dat hij zijn beroep in de golfwereld zou vinden, lag niet in de lijn der verwachting. In zijn laatste jaar op de middelbare school kwam Honing pas in aanraking met golf. “Ik ben met mijn familie toen naar Golfbaan Naarderbos gegaan en daar heb ik mijn eerste ballen geslagen. Op dat moment wilde ik piloot worden. KLM zei nog voor de selectie dat ik niet voor ze kon gaan werken na de opleiding vanwege de economische crisis. Ik moest dan naar het Midden-Oosten of Indonesië. Mijn decaan op school zei toen: Stephan, je moet doen waar je goed in bent en wat je leuk vindt.”
En dat was sport. Hij schreef zich in op de academie voor lichamelijke opvoeding (alo) en werd gymleraar. “Dat was een HBO-opleiding, terwijl ik vwo had gedaan. De theorie had ik daardoor grotendeels al gehad en vanwege mijn liefde voor sport ging de praktijk mij ook goed af. Toen heb ik besloten om drie jaar van tevoren een minor naar Amerika in te plannen. Ik ben tot op de dag van vandaag de enige alo-student die dat heeft gedaan.”
Ooit heeft iemand mij gezegd toen ik met de opleiding begon: let op, als golf je werkt wordt, verlies je je hobby
Op de Universiteit van Tennessee in Knoxville heeft hij daar een half jaar psychologie vakken gevolgd. “Psychologie heeft mij altijd geïnteresseerd, net als het menselijk lichaam. Ik kreeg daar vakken in cognitieve en fysiologische psychologie. Dat was best pittig, maar wel heel leuk om te doen. Ik heb daar een fantastische tijd gehad.”
Na een periode als stagiair bij de golfbladen van Sanoma ging hij aan de slag als gymleraar bij verschillende scholen. “Het is niet voor te stellen met het lerarentekort van tegenwoordig, maar toen moest ik hopen dat ik iemand kon vervangen vanwege zwangerschapsverlof. Na een aantal jaren dacht ik: dit gaat goed, ik vind dit leuk, maar ik mis de uitdaging. Ik zie mezelf dit niet nog dertig jaar doen. Op dat moment was ik veel aan het golfen en ik vond lesgeven heel leuk. Toen ben ik de PGA-opleiding gaan doen.”
Opnieuw maakte Honing zich niet druk over de theorie, maar de praktijk was nu andere koek. “Ik moest vooral werken aan mijn eigen vaardigheid. Daar heb ik toen ook veel tijd in gestoken, onder andere samen met Sander van Duijn. Ik liep stage bij hem op de Hilversumsche. Hij heeft mij daar onwijs in geholpen en zodoende zijn we ook goede vrienden geworden.”
Vanaf augustus 2015 ging hij aan de slag bij Golfclub Hoogland in Amersfoort. Inmiddels werkt Honing ruim 3,5 jaar bij de Hilverumsche Golf Club. “Ooit heeft iemand mij gezegd toen ik met de opleiding begon: let op, als golf je werkt wordt, verlies je je hobby. Die woorden blijken bij mij heel erg waar te zijn. Golf als hobby mis ik heel erg. Maar dat komt ook door de prioriteiten die ik nu stel met mijn gezin met twee jonge kinderen. Ik ben meer thuis en maak daardoor minder tijd om zelf te spelen.”
“Toch probeer ik het nog wel op te zoeken door af en toe mee te doen met een wedstrijdje op de club”, vervolgt Honing. “Of door een paar dagen te gaan golfen in het buitenland. Voor de rest is het echt werk geworden, maar wel heel leuk werk.”
Honing was dit seizoen coach van Hilversumsche Heren 1 tijdens de NGF Competitie, hij noemt dat een “verrijking van zijn werk, om ambitieuze jonge mannen te mogen coachen”, en verder is hij erg geïnteresseerd in motorisch leren. “Daar mocht ik afgelopen februari ook een presentatie over geven op het Nationaal Golfcongres. De marges in golf zijn heel klein. Als je kijkt naar tennis dan is het raakvlak (het racket) groter en daar is de baan ook relatief groot. Dat is in principe makkelijker te herhalen. In golf liggen ook topspelers regelmatig in het hoge gras, dus perfect golf bestaat eigenlijk niet. Fouten maken is echt onderdeel van golf.”
Ik vind mezelf steeds minder belangrijk worden naarmate ik langer lesgeef
Ook de psychologie laat Honing niet los en dat komt goed van pas in golf. “Ik heb moeite als golfers 'een tweede bal' slaan in een oefenronde. Dat bestaat niet, want Lionel Messi kan ook zijn gemiste penalty niet overnemen. Mensen willen vaak graag een tweede bal slaan om voor zichzelf te laten zien dat ze het wel kunnen. Het is juist golf om na die slechte bal juist vanaf daar par te maken of er maximaal een bogey uit te slepen. Dat psychologische aspect is iets wat veel in mijn lessen terugkomt.”
Zelf heeft hij daarin ook een verandering doorgemaakt. Hij kijkt anders naar golfers die beter worden. “Ik vind mezelf steeds minder belangrijk worden naarmate ik langer lesgeef. Vroeger dacht ik: goed gedaan, door mij is die speler beter geworden. Na tien jaar ben ik beter geworden als leraar, ik weet sneller wat ik moet doen, maar uiteindelijk gaat de een sneller vooruit dan de ander. Dat heeft er vooral mee te maken hoeveel tijd een leerling erin stopt en wat hij of zij ermee doet. Ik help daarbij, maar de credits zijn voor de golfer.”
En dus staat Honing dagelijks op de mat, in plaats van dat hij heel de wereld rondvliegt. “Ik kwam onlangs twee piloten tegen die ik golfles heb gegeven. Ik maakte een grapje dat zo'n vlucht eigenlijk niks aan is en dat golfen veel leuker is. 'Je hebt helemaal gelijk, Stephan', zeiden ze. Alleen als zij in de winter naar Rio de Janeiro vliegen en ik sta in de kou dan is het natuurlijk andersom.”
Ben of ken jij ook een golfpro met een bijzonder verhaal? Mail dan naar redactie@golf.nl en dan nemen wij contact op!