Dagboek van een beginner

Maaike switcht van golfpro, en dat is wennen: ‘Dit voelt als vreemdgaan’

Al het begin is moeilijk. Zeker bij golf. Contentmanager Maaike Olde Olthof houdt van 'lekker meppen', maar als groentje op de baan gaat dat met vallen en opstaan. In de rubriek ‘Dagboek van een beginner’ schrijft ze beurtelings met eindredacteur Roy Heethaar over haar vorderingen en flaters als startende golfer. "Van Marc mag ik niet negatief zijn. Maar het frustratieniveau stijgt bij elke ‘slechte’ bal."

Het feest kan beginnen: mijn handicap is binnen. Hij is officieel vastgesteld op 51.5. Het voelt als een basis en zonder James, de golfpro, was het niet gelukt. Eigenlijk begint het nu pas, zegt iedereen. Maar het is december en de baan opgaan is niet bepaald een optie, met dit kwakkelweer.

Dus besluit ik samen met collega Roy, die net z’n handicap 54-registratie heeft behaald via de ANWB Weekendcursus, een paar lessen te nemen. Voordeel: het is goedkoper en gezelliger dan alleen. Nadeel: ik moet om praktische redenen wisselen van golfpro. Voor Roy is de afstand anders te groot, dus kiezen we letterlijk voor de middenweg en komen uit bij Marc, bij wie Roy al een les achter de rug had.

Totaal andere aanpak

Het is koud de eerste ochtend en ik heb last van mijn handen, met dank aan Mr. Reuma. Op de drivingrange is het gezellig, Roy is linkshandig dus we staan tegenover elkaar. De aanpak van Marc is totaal anders dan die van James, en gek genoeg voelt het een beetje als vreemdgaan. Je hebt toch een band opgebouwd, merk ik. Ik ga heus nog met James aan de slag, besluit ik. Maar deze lessen samen kunnen prima met iemand anders.

“Ik wil nu de bal hoger slaan, wat doe je dan?” Marc stelt veel vragen en toetst je. Hij wil natuurlijk weten wat voor vlees hij in de kuip heeft. Nou, vooral KOUD vlees. Als Marc mij aanwijzingen geeft en dus met z’n rug naar Roy staat, weet hij toch precies of Roy een goede of slechte bal slaat. Dat vind ik knap, ik hoor zoiets alleen maar aan het tikje van de bal.

Nee, als je de hele tijd zo
tegen jezelf praat, dan wordt
het nooit leuk

“Kom even bij me staan”, zegt Marc en hij wijst me aan. “Jij… jij bent technisch sterk. Ik hoef je maar iets uit te leggen en je schakelt meteen.” Ik lach een beetje en wil een grap a la ‘story of my life, Marc’ zeggen, maar ik houd me in. Hij geeft een compliment en dat mag ik gewoon ontvangen.

Meteen daarna sla ik alle ballen als een natte krant. Ik raak de bal niet goed, waardoor hij niet recht maar strak over het gras helemaal naar rechts afwijkt. Ik zucht. “Dat had je zeker in het begin heel vaak?”, vraagt Marc. Nou, inderdaad. “Ik was niet goed in de eindhouding”, zeg ik hardop als ik weer een misser sla. “Nee, als je de hele tijd zo tegen jezelf praat, dan wordt het nooit leuk.” Van Marc mag ik niet negatief zijn. Maar het frustratieniveau stijgt bij elke ‘slechte’ bal, merk ik.

Daar waar ik met en bij James vooral op houding, balpositie, chippen en pitchen heb gefocust, gaat het deze les om afstanden en welke ijzers je wanneer gebruikt. “Want ik moet jullie natuurlijk zelfstandig maken”, aldus Marc. Dat vind ik fijn, ik word baanklaar gemaakt, denk ik.

Prachtige bal

Als de les voorbij is drukt Marc ons op het hart wél te oefenen, anders heeft de volgende les weinig nut. Als hij wegloopt richting de volgende patiënt sla ik een prachtige bal met de driver, voorbij de 100 meter zelfs. “Ja!”, schreeuw ik alsof ik zojuist een strike heb gegooid. En Roy zegt: “Kijk! Zo moet het!” Natuurlijk heeft Marc niks gezien. Ik mis James nu al.

Roy en ik slaan nog wat extra ballen terwijl we kletsen. Door die ontspanning gaat het juist goed. Dan gebeurt er iets geks: als ik een swing maak, blijft de bal op z’n plek. “Wat is dit?!”, gil ik verbaasd. Ik snap er niks van.

en accepteer marketing cookies om deze video te kunnen bekijken.

Roy heeft het tafereel toevallig gefilmd. Wat blijkt: de bal is te hoog op de tee gezet en ik heb niet de bal maar dat ding er dus onderuit geslagen. Ik moet er hard om lachen. Dan film ik Roy: hij kijkt ontzettend serieus als hij moet slaan en kan dus net zo hard op zichzelf mopperen als ik.

“Grrr…. Te veel mat”, zegt hij bijna brommend na een matige slag. Datzelfde hoor ik een paar dagen later weer, als we samen op een andere drivingrange staan te oefenen. Hij lacht. “Gaat ze weer hoor, met de driver? Jij wil vooral lekker meppen.”

We hebben elkaar al omgedoopt tot Meppende Maaike en ‘Te veel Mat’ Roy. Wordt vervolgd.

en accepteer marketing cookies om deze video te kunnen bekijken.

Lees meer over
Column Beginnen met golf Blog