Beeld: Golfsupport.nl
Je hoort het vaak in het clubhuis: als ik beter zou putten, dan had ik een veel lagere handicap! Geen speld tussen te krijgen, en van een uurtje op de putting green is niemand slechter geworden, maar statistieken laten zien dat je je beter op iets anders kunt richten om slagen van je score af te halen.
Als de beste golfers ter wereld slechts 40 procent van de putts van 3 meter uitholen, en iemand met handicap 15 haalt 20 procent, dan denk je misschien: als ik goed ga oefenen, dan scheelt dat op 10 putts al 2 slagen. Heel logisch, maar om dit verschil te overbruggen (dus van 20 procent naar 40 procent te gaan vanaf 3 meter) heb je heel erg veel traingingsuren nodig. In het beste geval hole je misschien een paar extra putts per jaar, en elke slag is mooi mee genomen, maar je handicap gaat er dus niet heel hard van omlaag.
Een plek waar je wel veel progressie kunt boeken (en waar je trainingsuren in verhouding dus meer opleveren) zijn de slagen van 130 meter vanaf de fairway naar de green. Ter vergelijking: tourprofessionals slaan van deze afstand de bal bijna 80 procent van de pogingen op de green. Ongeveer de helft daarvan eindigt op minder dan 7 meter van de hole.
Golfers die in de 90 scoren (dus met handicap 18 of hoger), raken slechts in 30 procent van de gevallen de green en liggen dan gemiddeld op zo'n 17 meter van de hole. Sla op de drivingrange tien ballen en focus je op het zo klein mogelijk maken van de cirkel waarin deze tien ballen eindigen. Hoe kleiner deze cirkel, hoe minder werk je te doen hebt op de green en hoe sneller je binnen die cirkel van een meter komt (zie tip onder dit artikel). Het voordeel van het trainen van deze afstand - die je misschien met een ijzer-6 slaat - is dat de andere afstanden en clubs (bijvoorbeeld de ijzer-7 of 8) in je tas er ook op vooruit gaan.
De absolute koning van de approach is dit jaar Scottie Scheffler. Per ronde wint hij met zijn approaches meer dan 1.2 slagen ten opzichte van zijn concurrenten op de PGA Tour. Met het putten verliest Scheffler 0.167 slagen, maar met zijn slagen van de tee (1.088) en rond de green (0.476) wordt dat ruimschoots gecompenseerd. Met zijn approaches wint Scheffler dus het meeste op zijn concurrenten.
In onderstaande instructievideo geeft topcoach Phil Allen een aantal belangrijke tips om de slagen naar de green te verbeteren:
Als je dan nog iets anders zou moeten oefenen deze zomer, dan is het extra afstand. Het is op deze website al vaker voorbijgekomen: verder slaan helpt. Als je gemiddeld 15 meter verder slaat, dan gaat je handicap daar met bijna twee volle slagen van omlaag (voor deze statistiek gaan we uit van een speler met handicap 20). Als je af en toe een fairway extra mist is dat niet erg. Kijk dus of je deze zomer je swingsnelheid kunt verhogen met wat oefeningen of bekijk deze video van topcoach Dewi-Claire Schreefel. Ook hier geldt dat dit niet alleen een positief effect heeft op je driver, maar vaak ook goed werkt voor je ijzers. Zodat je ook daar een club minder kunt nemen en je handicap nog verder omlaag gaat.
Als je het met bovenstaande niet eens bent - bijvoorbeeld omdat je zeker weet dat je heel veel slagen laat liggen op de green en je graag oefent op de puttinggreen - zorg dan dat je je concentreert op de snelheid van je putts. Dit is de snelste weg naar minder 3-putts en een lagere score. Als je controle over de afstand goed is eindigt je eerste putt dichter bij de hole en is de kans groter dat je de tweede putt niet meer mist. Zelfs van een meter maakt een speler of speelster met handicap 15 80 procent van de putts. En als je de bal op iets meer dan anderhalve meter krijgt, dan is dat nog steeds 50 procent.