Je leert variëren met de balvlucht op de drivingrange.
Neem een mandje ballen en probeer 3 keer een draw te slaan, daarna 3 keer een fade en tot slot sla je 3 ballen rechtdoor.
Om een draw te spelen, moet je bal rechts op het doel vertrekken en vervolgens naar het doel toedraaien. Om dit makkelijk uit te voeren, ga je met je voeten een klein beetje rechts van het doel staan. Je rechtervoet staat hierbij een klein beetje naar achteren ten opzichte van je linkervoet. Je slagvlak is gericht op het doel. Volg bij de achterzwaai de lijn van je voeten, zodat je bal rechts van het doel vertrekt en naar links terug komt draaien.
Om een fade te spelen, moet je bal links op het doel vertrekken en vervolgens naar het doel toedraaien. Hiervoor zet je je linkervoet meer naar achteren, zodat je voetenlijn duidelijk links van het doel is. Je slagvlak is gericht op het doel. Je volgt weer de lijn van je voeten, zodat je bal links van het doel vertrekt en langzaam weer naar het doel gaat draaien.
Oefen met je lange en korte ijzers.