Algemene kennis: golfregels

Veiligheid staat voorop

• Ga op een veilige plaats staan als iemand slaat.
• Wacht met slaan als je spelers die voor je lopen zou kunnen raken.
• Roep hard ‘FORE’ als een bal de verkeerde kant op gaat richting andere golfers of toeschouwers. Doe dat ook als je de bal niet zelf sloeg!
• Zoek bescherming bij onweer. (Nooit onder een boom!)

Respect voor medespelers

• Als iemand slaat, maak dan geen lawaai en sta stil.
• Loop op de green niet door de speellijn van andere spelers.
• Let op dat jouw schaduw geen hinder veroorzaakt voor andere spelers.
• Gebruik je telefoon alleen voor noodgevallen, of voor het golfspel, bijvoorbeeld om je score bij te houden.

Zorg voor de baan

• Hark de bunker aan na je slag uit het zand.
• Sla je een plag? Leg hem terug en stamp het gras aan.
• Herstel balafdrukken (pitchmarks) op de green; repareer andere schade.
• Laat de vlag nooit vallen op de green, maar leg hem zachtjes neer.
• Laat de baan achter zoals je die zelf wilt aantreffen.

Ready golf (doorstroming/speeltempo)

• Speel zodra het kan, mits het veilig is - ook al is het nog niet jouw beurt.
• Als je net begint, speel dan vanaf de oranje tees (zie pagina 28). Zeker als je niet verder slaat dan ongeveer 125 meter.
• Bereid je slag voor, waardoor je klaar bent om te slaan zodra het veilig is.
• Zorg ervoor dat je zo snel mogelijk slaat zodra het veilig is.
• Loop zo snel mogelijk van de green als je klaar bent met uitholen.
• Zet je tas zo dicht mogelijk bij je, zodat je niet onnodig heen en weer hoeft te lopen en snel door kan naar de volgende hole.
• Zorg dat je een reservebal (officieel: provisionele bal) bij je hebt en gebruik hem als je ook maar enigszins twijfelt of je je bal zult vinden.
• Laat spelers achter je door als je te veel afstand verliest op de groep voor je.
• Kijk mee naar de vlucht van de ballen van je medespelers, het kan een hoop tijd schelen bij het zoeken.