Backspin wordt gemeten in het aantal omwentelingen per minuut (rpm) dat de bal in tegengestelde richting draait. Roel en Piet laten het verschil in spin zien tussen een ijzer-7 en een sandwedge. Het ijzer van Roel heeft bijna 5.000 rpm, terwijl de wedge van Piet ruim 7.500 keer draait in zestig seconden. Met een dun geraakte bal (een topper) haalt Roel alsnog ruim 2.100 omwentelingen. Dat betekent dat elke bal backspin heeft.
Echter, er is meer nodig om de bal ook het terugdraaiende effect op de green te kunnen geven. Ten eerste heeft een golfbal minimaal 7.000 rpm nodig om voor backspin te kunnen zorgen en ten tweede is de ondergrond (waarop de bal landt) van groot belang.
In bovenstaande video is te zien dat een zuiver geslagen bal vanaf een kale ligging voor meer backspin zorgt dan een 'normale' ligging op de fairway. Een bal vanuit hoog en nat gras zorgt voor een stuk minder omwentelingen.
Tot slot vertellen de professionals van Bernardus Academy dat de hardheid van de green, de slope waarop de bal landt en de structuur van het gras invloed hebben op de hoeveelheid backspin op de bal.