Natuurlijk kun je jezelf de vraag stellen wat het nut is van het vergelijken van mannelijke prestaties met die van vrouwelijke sporters. Weinigen zullen je tegenspreken wanneer je beweert dat mannen harder kunnen lopen, zwemmen en fietsen dan vrouwen. Of verder kunnen gooien en hoger kunnen springen. De cijfers bewijzen het. In veel gevallen ‘winnen’ de vrouwen het niet van de mannen. Het populairwetenschappelijk tijdschrift Quest besteedde er ook al eens aandacht aan.
Als je echter niet de prestaties maar het kijkplezier als graadmeter neemt, dan valt op dat in een aantal sporten het kwaliteitsniveau vergelijkbaar is en met het blote oog nauwelijks een verschil is waar te nemen als het gaat om bijvoorbeeld kunde. Zoals in golf. Voordat de mannen nu gaan steigeren: dit is te onderbouwen met cijfers.
Maar eerst een feit: mannen slaan gemiddeld verder dan vrouwen. Dat is een fysiek dingetje. In toernooien spelen mannen dan ook op langere banen dan vrouwen. Aanname: het verschil in kracht is voor een groot deel verdisconteerd in dat verschil in baanlengte. Voor beiden is de par op de baan dan ook hetzelfde, gemiddeld genomen 72 slagen. Disclaimer: de moeilijkheidsgraad van een geprepareerde golfbaan is hierin moeilijk te verrekenen.
Aardig om in dit kader nog even de zege van Linn Grant in de Scandinavian Mixed, een toernooi waarin mannen en vrouwen van de DP World Tour en LET Tour het ook tegen elkaar opnamen, in herinnering te roepen. Weliswaar speelde Linn dus van andere tees, maar de set-up van de baan was in dit geval gelijk voor iedereen. Het was al voor het tweede jaar op rij dat de Zweedse niet alleen de vrouwen maar ook alle mannen in het toernooi aftroefde.
Mannen beweren vaak dat ze van de beste vrouwelijke professionals kunnen winnen
Kijk je naar het gemiddelde aantal slagen van vrouwen en mannen op het hoogste niveau in een toernooironde, dan zijn die verschillen miniem. Op de Ladies European Tour, een circuit waarvan het Dutch Ladies Open onderdeel is, staat de Engelse Charley Hull op een gemiddelde van 69,50 slagen tweede in dat klassement. De nummer één is de Duitse Esther Henseleit, maar die heeft maar vier ronden gespeeld (niet representatief genoeg). Hull heeft dat gemiddelde over tien ronden gerealiseerd.
Vergelijk je dat met de mannelijke 'Europese' tour, de DP World Tour, dan doet de nummer één in die statistiek, Sebastian Söderberg, het iets beter: 69,23 (47 ronden). De nummer twee, Thomas Aiken (69,63), komt niet aan het hoge gemiddelde van Hull.
Pak je de PGA Tour erbij, algemeen gezien als de beste (mannen)tour ter wereld, dan duiken de topspelers daar nog wel een stukje onder. Scottie Scheffler, dit seizoen een klasse apart, zit op een scoringsgemiddelde van 68,483 per ronde. De nummers twee en drie, Xander Schauffele (69,252) en Rory McIlroy (69,557) zitten daar wel een stukje boven en bevinden zich in 'Hull-area'. Op de LPGA , het beste wat vrouwengolf te bieden heeft, scoort Nelly Korda met precies 70,00 (37 ronden) het beste.
Hoe verhoudt zich dat tot elkaar op andere onderdelen? Ik vergelijk er nog drie met elkaar. Allereerst driving distance. Waarom? Dat leg ik eerst even uit. Mannen beweren vaak dat ze in bepaalde sporten als amateurs nog van de beste vrouwelijke professionals kunnen winnen. Neem voetbal. Technisch zijn er grote verschillen, dus
In golf daarentegen, moet je als amateur met een handicap beter dan scratch niet de illusie hebben dat je je kunt meten met de vrouwelijke tourprofessionals. Kijk even naar de cijfers wat betreft lengte vanaf de tee, zoals eerder in een artikel op GOLF.NL uitgelegd. Gemiddeld slaan mannen met een handicap tussen 0 en 5 ongeveer 250 meter. Op onze website worden daarover regelmatig data gepubliceerd.
Dat is ook het gemiddelde van Polly Mack, leidend op de LPGA in driving distance, met een gemiddelde van 278,766 yards (254,90 meter). Nog vijftien andere speelsters zitten op 270 yards of meer. Onze eigen Anne van Dam (foto onder) haalt ook met twee vingers in de neus die afstanden.
Als je naar de accuratesse kijkt, valt op dat vrouwen veel nauwkeuriger zijn. Allisen Corpuz leidt op de LPGA het klassement ‘geraakte fairways’. Maar liefst 86,2 procent van de ballen die ze vanaf de tee slaat komt op de fairway terecht (564 van de 654 fairways). De eerste tien in dat klassement scoren 80 procent of hoger. Op de PGA Tour is Collin Morikawa de beste met 78 procent (562/718).
Tot slot: vergelijk je de kunst van een par redden vanuit de bunker, dan zie je in het duel tussen LPGA en PGA Tour een gelijkspel tot achter de komma. Zowel Yuna Nishimura (33/45) als Ryan Palmer (22/30) zit op een gemiddelde van 73,33 procent waar het gaat om scramble saves vanuit het zand.
Los van de cijfers zijn er ook andere argumenten aan te voeren waarom vrouwengolf minstens zo aantrekkelijk is om naar te kijken als golf voor mannen. Veel amateurs zouden zich eerder met het ‘kortere’ spel van vrouwen moeten kunnen identificeren dan met het slaggeweld bij de mannen. Wij amateurs moeten het vaak hebben van bijvoorbeeld chip and run (een stop/spin op de bal krijgen lijkt hogere wiskunde). Iets wat je ook bij vrouwen meer ziet, maar dan wel heel goed uitgevoerd.
Roel Verdonschot is coach van zowel een speler op de DP World Tour (Darius van Driel) als speelster op de Ladies European Tour en LET Access Series (Pasqualle Coffa). Ten eerste constateert hij nog wel een niveauverschil tussen de LET en LPGA. “Ik ben vorig jaar bij de Solheim Cup geweest en daar zijn toch wel mijn ogen weer geopend. Je ziet daar dezelfde miraculeuze putts op belangrijke momenten als in de Ryder Cup. Dat niveau is zo hoog. Dat vind ik inderdaad in weinig verschillen met de mannen.”
Vrouwen moeten harder werken om baas over de club te zijn
Volgens meerdere deskundigen wordt de swingbeweging minstens zo perfect uitgevoerd door vrouwen als door mannen. Het tempo van de swing, daar kan de amateurgolfer echt wat van leren. Kijk naar Anne van Dam. Haar swing wordt alom geroemd, en zeker ook door een groot aantal mannelijke deskundigen.
Volgens Verdonschot moet je daaruit niet afleiden dat het voor vrouwen makkelijker is om een swing aan te leren. Integendeel. Hij voert de mobiliteit van vrouwen aan als reden. “Oftewel, daar kun je gewoon meer kanten mee op. Eigenlijk moeten vrouwen harder werken om baas over de club te zijn. Want uiteindelijk komt het er zowel voor mannen als vrouwen op neer dat je met je swing in het goede vlak moet zitten.”