In mijn hoofd speel ik de film met foute slagen opnieuw en opnieuw af. Ik stel me dan voor hoe ik het wél had moeten doen. “Imagineren” heet dat in de terminologie van Louis van Gaal, maar net als sommige spelers heb ik daar moeite mee. Je neemt je karakter mee de baan op en in de mijne zit veel ongeduld. Gebrek aan controle maakt mij chagrijnig. Ik moet van mijzelf altijd veel beter kunnen.
Mijn eerste pro, de levenslustige en didactisch sterke René Stevens, had dat meteen door. Op de par-3-baan van AMVJ Golf in landelijk Amstelveen bracht hij mij de eerste beginselen van de edele golfsport bij en alle technische en tactische aspecten passeerden de revue. Bij mij legde hij nogal de nadruk op het mentale vlak; instelling, concentratie, incasseringsvermogen. “Golfen speelt zich voor zestig procent af in je hoofd”, hield René mij voor. “Daar gaat het bij de wereldtoppers zelfs vaak fout, maar zéker bij jou, Janneman. Je piekert te veel. Jouw leermoment ligt bij het focussen en focussen doe je door vaste routines in te bouwen, je in te leven in de volgende slag en je niet te laten afleiden door vliegtuigen die overkomen of lieden die plots in je ooghoek bewegen”.
Hij vond mijn missers helemaal niet zo kolossaal. “Out of bounds slaan, over de green chippen, een korte putt missen; het overkomt de besten, maar zij verzinken niet in woede of zelfverwijt, nee, zij concentreren zich direct op de volgende slag, want alles draait om de volgende slag. Leer meer met aardige ogen naar jezelf kijken! Blijf les nemen en oefen, oefen, oefen! Weet je wat fenomeen Gary Player ooit zei? “The more I practice, the luckier I get.”
Om mijn ambities voor de afgesproken 100 dagen serieus waar te maken ben ik lid geworden bij Golf Amsteldijk, een uitdagende baan in de Amstelveense polder, met oefenfaciliteiten, die volgens insiders tot de beste van Europa behoren, zo niet de beste. Voor elke denkbare slag is een aparte outillage aangelegd, met gebruik van net zoveel ballen als je maar wilt. Bewegwijzering brengt je naar de “wereld van” putten, pitchen, chippen, uit diepe en fairway bunkers komen en van natuurgras slaan. Op een korte, gevarieerde par-3-baan oefen je op het korte werk.
De drivingrange is voorzien van het geavanceerde Toptracer-systeem waarmee je data krijgt aangereikt over de lengte van je slagen met alle denkbare stokken, de balvlucht, landing, uitrol, fades en draws. Hier voel ik mij als een kind in een ballenbak. Ik doe wat rek- en strekoefeningen en sla wat pitches om warm te worden. Mijn nieuwe pro Jan Zwemmer, een energieke vent met een heldere kijk op zijn leerlingen, zo blijkt al snel. Hij laat mij een serie ballen slaan met een ijzer 7, daarna met mijn driver en komt direct tot de conclusie dat ik niet genoeg recht op sta, soms door mijn knieën zak, waardoor mijn downswing niet goed uitkomt. Ook hel ik bij mijn upswing te veel op de buitenkant van mijn rechtervoet. Uit schaamte vertel ik hem maar niet dat ik dit allemaal al vaker heb gehoord en dat mijn labbekakkerigheid er de oorzaak van is dat ik erin blijf hangen. Jan weet genoeg, zegt hij. “Zo slecht is je swing nou ook weer niet, een en ander klopt al wel. We gaan aan de slag!”
Teaching professional René Stevens.